De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-
instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Grootte
Zonder rand
Foto/vel
De afbeeldingen die u wilt afdrukken selecteren
Selecteer de afbeeldingen die u wilt afdrukken. De
geselecteerde afbeeldingen kunnen later worden afgedrukt
(reservering van een enkel beeld) of het beeld dat u
geopend hebt kan rechtstreeks worden afgedrukt.
Afdrukken f
Enkele afdruk
C
Meer E
Afdrukgegevens instellen
Selecteer of u afdrukgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op
de afbeelding wilt afdrukken. Als de afdrukfunctie is ingesteld op [Alles afdrukken],
selecteert u de optie [Optie-inst.].
<×
Datum
Bestandsnaam Drukt de bestandsnaam af die bij de afbeelding is opgeslagen.
P
4
Als u de foto's die u wilt afdrukken en de afdrukgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Afdrukken] en drukt u vervolgens op de knop Q.
• Om te stoppen en het afdrukken te annuleren, drukt u op de knop Q.
Om het afdrukken te hervatten, selecteert u [Doorgaan].
Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Selecteert of de afbeelding op een volledige pagina wordt afgedrukt
of binnen een blanco kader.
Selecteert het aantal afbeeldingen per blad. Dit verschijnt als u de
functie [Meerv. afdrukken] hebt geselecteerd.
Hiermee wordt de huidig weergegeven afbeelding afgedrukt. Als er
een afbeelding met een reservering voor [Enkele afdruk C] bestaat,
zal alleen deze gereserveerde afbeelding worden afgedrukt.
Maakt een afdrukreservering voor de afbeelding die nu wordt
weergegeven. Als u na het maken van een reservering voor [Enkele
afdruk C] deze afdrukreservering ook op andere afbeelding wilt
toepassen, selecteert u met HI de gewenste afbeeldingen.
Voor het instellen van het aantal afdrukken en andere
eigenschappen van de nu weergegeven afbeelding, en of u deze
wilt afdrukken of niet. Hoe u dat doet, leest u in "Afdrukgegevens
instellen" in de volgende paragraaf.
Voor het instellen van het aantal afdrukken.
Drukt de datum en het tijdstip af die bij de afbeelding zijn
opgeslagen.
Snijdt het beeld uit voor het afdrukken. Gebruik de subregelaar om
de grootte van de uitsnijding te selecteren en FGHI om de uitsnijding
te positioneren.
123-3456
Selecteren
Afdrukken
Enkele afdruk
Meer
15
6
143
NL