De beeldkwaliteit kiezen (beeldkwaliteit fi lm, nK)
U kunt een fi lmopnamemodus instellen die geschikt is voor het gewenste gebruik.
1
Druk op de knop Q en gebruik FG om te
markeren (fi lmkwaliteit, nK).
2
Gebruik HI om een waarde te kiezen en druk
op de knop Q.
2
Beschikbare fi lmkwaliteitopties
De beschikbare opties voor de fi lmkwaliteit variëren naargelang de fi lmmodus
(Blz. 59) en de geselecteerde opties voor [Videoframesnelheid] en [Videobitsnelheid]
in het videomenu (Blz. 114).
• Bij het opnemen van fi lms die op een televisie bekeken zullen worden, moet u een
framesnelheid kiezen die past bij de videostandaard die op het apparaat gebruikt wordt,
omdat de fi lm anders mogelijk niet vloeiend zal afspelen. Videostandaarden verschillen
per land of regio: sommigen gebruiken NTSC, anderen PAL.
- Als u fi lmt voor vertoning op NTSC-apparaten, kies dan 60p (30p)
- Als u fi lmt voor vertoning op PAL-apparaten, kies dan 50p (25p)
De volgende opties zijn beschikbaar als [Standaard] geselecteerd is voor de
fi lmmodus of de modusregelaar naar een andere positie dan n wordt gedraaid:
1920×1080 Super Fine 60p
1920×1080 Super Fine 30p
1280×720 Super Fine 30p
1920×1080 Fine 60p
1920×1080 Fine 30p
1280×720 Fine 30p
1920×1080 Normaal 60p
1920×1080 Normaal 30p
1280×720 Normaal 30p
1920×1080 Super Fine 50p
1920×1080 Super Fine 25p
1280x720 Super Fine 25p
82 NL
Filmkwaliteit
P
Componenten fi lmkwaliteit
Kies de gewenste combinatie van
framegrootte, bitsnelheid en framesnelheid.
1
1 Framegrootte
FHD
: 1920×1080
HD
: 1280×720
2 Bitsnelheid (compressiefactor)
SF (Superfi jn), F (Fijn), N (Normaal)
3 Framesnelheid
30p (60p), 25p (50p), 24p
ISO
AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
S-AF
S-AF
4:3
L
F
1920×1080 Fine 30p
1:02:03
Filmkwaliteit
2
3