Standaardonderhoud
Banden (inspecteren/vervangen)
#
Bandenspanning controleren
Inspecteer uw banden visueel en gebruik een
luchtdrukmeter om de luchtdruk te meten voordat
u gaat rijden.
Controleer de bandenspanning altijd wanneer uw
banden koud zijn.
Als u de bandenspanning wilt aanpassen aan
bepaalde rijomstandigheden, doe dit dan in kleine
stappen.
#
Controleren op beschadiging
Controleer de banden op sneden, scheuren of
barsten die de koordlaag van de band zichtbaar
maken of spijkers of andere vreemde voorwerpen
die in de zijkant van de band of het bandloopvlak
zijn ingebed. Controleer ook op bobbels of
uitstulpingen in de flanken van de banden.
#
Controleren op abnormale slijtage
Controleer de banden op tekenen van abnormale
slijtage op het draagvlak.
50
#
Velgen en ventielen controleren
Controleer de velgen op schade en losse spaken.
Controleer ook de positie van de ventielen. Een
scheef ventiel wijst erop dat de binnenband in de
buitenband glijdt of dat de band over de velg
glijdt. Neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
3
Het rijden op banden die overmatig zijn
versleten of verkeerd zijn opgepompt,
kan een botsing veroorzaken waarbij u
ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Volg alle aanwijzingen in dit
instructieboekje betreffende de juiste
bandenspanning en onderhoud.