Onderhoud koelsysteem
Veiligheid van het
koelsysteem
•
Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging
veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en
huisdieren houden.
•
Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over
u heen krijgt of in aanraking komt met een hete
radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige
brandwonden oplopen.
– Laat de motor altijd minstens 15 minuten
afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
– Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
Koelvloeistofpeil
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Aanbevolen koelvloeistof: een oplossing die half
uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries
bestaat
Inhoud koelsysteem: 7,6 liter
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
De motorkap openen.
4.
Controleer het koelvloeistofpeil in de
expansietank
(Figuur
Opmerking:
Het koelvloeistofpeil behoort
tussen de markeringen op de zijkant van de
tank te staan.
55).
1. Dop van expansietank
2. Vol-streep
5.
Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u
de dop van de expansietank en vult u bij met de
gespecificeerde koelvloeistof
Belangrijk:
Niet te vol vullen.
6.
Plaats de dop van de expansietank terug.
7.
Sluit de motorkap.
Radiateur reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Het
koelsysteem van de motor reinigen
(vaker als de machine wordt gebruikt
in stoffige of vuile omstandigheden).
Reinig de radiateur om te voorkomen dat de motor
oververhit raakt.
Opmerking:
Als het maaidek of de motor wordt
uitgeschakeld ten gevolge van oververhitting moet u
controleren of er een buitensporig grote hoeveelheid
aangekoekt vuil op het radiateurscherm zit.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Draai de motorkap naar voren.
4.
Blaas afval dat vastzit tussen de vinnen van de
volledige radiateur uit m.b.v. perslucht, zowel
van de bovenkant naar beneden als van de
onderkant naar boven.
5.
Als er afval blijft vastzitten, kan het nodig zijn om
water te gebruiken van een lagedrukslang.
Ga naar stap
7
50
Figuur 55
3. Streep bijvullen
(Figuur
55).
als de radiateur schoon is.
g227787