Specificaties
Totale breedte
Maaidek van
152 cm
Zonder maaidek
141,2 cm
Geleider omhoog
156 cm
184,9 cm
Geleider omlaag
Totale lengte
Maaidek van
152 cm
Rolbeugel omhoog
244,9 cm
of omlaag
Totale hoogte
Rolbeugel omhoog
Rolbeugel omlaag
Wielloopvlak van de aandrijfwielen
112 cm
Wielloopvlak van de zwenkwielen (midden tot
midden van banden)
Maaidek van 152 cm
101,3 cm
Wielbasis (midden van zwenkwiel tot midden
van aandrijfwiel)
Maaidek van 152 cm
146,3 cm
Werktuigen/accessoires
Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen
en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de
machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren
en uit te breiden. Neem contact op met een erkende
servicedealer of een erkende Toro distributeur,
of bezoek
www.Toro.com
goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker
van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden
gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele
Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik
ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van
andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit
kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt
te vervallen.
Maaidek van
183 cm
152,4 cm
186,4 cm
215,6 cm
Maaidek van
183 cm
253 cm
182,4 cm
129,5 cm
Maaidek van 183 cm
120,7 cm
Maaidek van 183 cm
154,7 cm
voor een lijst van alle
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Voor gebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaand aan het werk
Algemene veiligheid
•
Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen de machine niet gebruiken of
er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.
Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen
stellen aan de leeftijd van degene die met de
machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk
voor de instructie van alle bestuurders en technici.
•
Controleer de omgeving waar u de machine gaat
gebruiken. Verwijder alle voorwerpen die de
werking van de machine kunnen beïnvloeden of
die door de machine kunnen worden uitgeworpen.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer de aanwezigheid en goede werking van
de dodemansinrichtingen, veiligheidsschakelaars
en schermen. Gebruik de machine uitsluitend als
deze naar behoren werkt.
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, vult met brandstof,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Controleer voordat u begint te maaien de machine
om zeker te zijn dat de maai-eenheden goed
werken.
•
Inspecteer het terrein om na te gaan welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om de
machine veilig en goed te gebruiken.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Vervoer geen passagiers op de machine.
•
Hou omstanders en huisdieren tijdens het werk uit
de buurt van de machine. Schakel de machine
16