Dikte
van
de remvoeringen controleren
De
dikte
van
de remvoeringen wordt
gecon-
troleerd via de openingen
in de
remanker-
plaat.
-
Zet het voertuig op de
parkeerrem.
Meet de
dikte
van
de
remvoering via
de
opening
in de
remankerplaat.
De
dikte
mag niet minder dan
7
mm
bedragen.
Water
uit
remsysteem
afblazen
Het water
uit de luchtketels wordt
afge-
tapt door
aan
de ringen te trekken.
-
Als
geen
ring
aan
de
luchtketels
aanwe-
zig
is vindt
het water'afblazen'
automa-
tisch
plaats.
De waterafblaasklep werkt
elke
keer
als het
rempedaal
wordt
be'
diend. Controleer
regelmatig
of
de
klep
kortstondig afblaast bij
het
bedienen
van
het
rempedaal
of bij
het
indrukken
van
het
klepje onder
in
de
afblaasklep.
Het
contact moet bij laatstgenoemde contro-
le ziin uitgeschakeld.
Vloeistofpeil
in
reseruoir
van het
kantel-
mechanisme
van de
cabine controleren
Draai
de vulplug
voozichtig
enkele
sla-
gen los
en venruijder hem.
Draai
de kraan
in
de
kantelpositie
(geheel
rechtsom).
Beweeg
de
pomphef
boom totdat
een
grote weerstand voelbaar wordt.
-
Vul het
reservoir
bii.
Breng
de
vulplug
aan en
zet hem goed
vast.
-
Zet
de
kraan in
de ruststand.
62