CABINE
HET
KANTELEN VAN
DE
CABINE
Algemeen
Het kantelen van de cabine geschiedt
hy-
draulisch
d.m.v. een
handpomp.
Deze
pomp
is achterop de cabine
aan
bijrijderszijde
ge-
plaatst.
De
pomp is voorzien van een
kraan
die
in
twee standen
kan
worden
gedraaid.
Stand A:
De
cabine
kan voorover
worden
ge-
l<anteld.
Stand
B:
Bij
het
terugkantelen
van de
cabine
en
tijdens het rijden
moet de kraan in
deze
stand
staan.
WAARSCHUWING: Na
Passeren
aode
p u
ni@I-kabi
n
e
I
angzaam
voorover. Hel voorover vallen
kan
gestopt worden door de kraan
in
stand
I
te
plaatsen.
Naar
voren kantelen
-
Zorg voor voldoende vrije ruimte voor
de
cabi ne.
Let
er
op dat
zich
geen
losse voorwerpen
in
de cabine
bevinden.
-
Zet
het
versnellingshandel in 'neutraal'.
Sluit
de portieren.
Open de
ondergrille.
Draai
de
kraan
geheel rechts tegen
de
veerdruk
in
tot hij
geblokkeerd
staat
in
de
stand
A;
gebruik hiervoor
de
krik-
stang.
Plaats de
krikstang
in de
pomphef boom
en
bedien
de
pomp, zodat
de
cabine
voorover
kantelt.
Het vergrendelingsme-
chanisme
komt hierbij
automatisch
los.
Zodra
het zwaarlepunt
van
de
cabine voorbij
het
d
raaipunt
komt,
zakt
de cabine zonder te
pom
pen geleidel
ijk
verder voorover.
Attentie!
Het
vooroverkantelen
kan
op
elk
moment
worden gestopt door
de kraan in de
stand
B
te
draaien.
NEUTRAAL
25