9 Meting
9.1 Parameterinvoer
9.1.1
De buisparameters invoeren
Buisbuitendiameter/buisomtrek
Parameter\Buitendiameter
• Toets de buisbuitendiameter in.
• Druk op ENTER.
Er verschijnt een foutmelding als de ingetoetste parameter buiten het bereik ligt. De grenswaarde verschijnt in beeld.
Voorbeeld: bovenste grenswaarde 1100 mm voor de aangesloten sensoren en voor een buiswanddikte van 50 mm.
Buitendiameter
1100.0
MAXIMAL
Het is mogelijk om in plaats van de buisbuitendiameter de buisomtrek in te toetsen, zie paragraaf 18.1.
Als de invoer van de buisomtrek geactiveerd is en u nul intoetst bij Buitendiameter, verschijnt het menupunt
Leidingomtrek in beeld. Als u de buisomtrek niet wilt intoetsen, drukt u op de toets BRK om terug te keren naar het
hoofdmenu en start u de parameterinvoer opnieuw.
Opmerking!
De buisbinnendiameter (= buisbuitendiameter - 2 × buiswanddikte) wordt intern berekend.
Als de waarde niet binnen het bereik van de buisbinnendiameter van de aangesloten sensoren ligt, dan verschijnt er
een foutmelding.
U kunt de onderste grenswaarde van de buisbinnendiameter voor een bepaald sensortype veranderen (zie paragraaf
16.10).
Buiswanddikte
Parameter\Wanddikte
• Toets de buiswanddikte in.
• Druk op ENTER.
Buismateriaal
Parameter\Leidingmater.
Het buismateriaal moet gekozen worden, zodat de bijbehorende geluidssnelheid bepaald kan worden.
De geluidssnelheid voor de materialen op de keuzelijst zijn opgeslagen in de transmitter.
• Kies het buismateriaal.
• Druk op ENTER.
• Als het materiaal niet op de keuzelijst staat, kiest u Ander materiaal.
• Druk op ENTER.
Geluidssnelheid van het buismateriaal
Parameter\Leidingmater.\Ander materiaal\c-Materiaal
• Toets de geluidssnelheid van het buismateriaal in.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Er zijn 2 geluidssnelheden voor de buismaterialen, de longitudinale en de transversale geluidssnelheid. Voer de
geluidssnelheid in die het dichtst bij 2500 m/s ligt.
86
FLUXUS F808
2020-06-25, UMFLUXUS_F808V2-2NL