7 Aansluiting
7.1 Sensoren
Afb. 7.7:
Aansluiting van de sensorkabel met ommanteling uit edelstaal en gestripte kabeluiteinden
1 – kabelschroefverbinding
7.1.4
De verlengkabel op de klembehuizing aansluiten
7.1.4.1
Aansluiting zonder potentiaalscheiding (standaard)
Als u de verlengkabel zonder potentiaalscheiding op de klembehuizing aansluit, heeft u de garantie dat de sensor, de
klembehuizing en de transmitter op hetzelfde potentiaal liggen. U moet de verlengkabel altijd zo aansluiten, vooral als er
in de onmiddellijke nabijheid van de verlengkabel sterkstroomkabels zijn gelegd. Als de aarding op hetzelfde potentiaal
niet mogelijk is, zie de paragraaf 7.1.4.2.
• Verwijder de blinde stop voor het aansluiten van de verlengkabel.
• Maak de kabelschroefkoppeling van de verlengkabel open. Het inzetstuk blijft in de wartel zitten.
• Schuif de verlengkabel door de wartel en het inzetstuk.
• Confectioneer de verlengkabel.
• Kort de buitenste afscherming af en sla hem terug over het inzetstuk.
• Draai de dichtringzijde van het lichaam in de klembehuizing.
• Breng de verlengkabel in de klembehuizing in.
Opmerking!
Voor een goede EMC-eigenschappen te garanderen, is het belangrijk om een goed elektrisch contact te maken tus-
sen de buitenste afscherming en de wartel (en dus met de behuizing).
• Fixeer de kabelschroefkoppeling door de wartel op het lichaam te draaien.
• Sluit de verlengkabel aan op de klemmen van de klembehuizing, zie Afb. 7.8 en Tab. 7.6.
60
1
FLUXUS F808
2020-06-25, UMFLUXUS_F808V2-2NL