Systeemwachtwoord
Het systeemwachtwoord voorkomt dat onbevoegde personen uw computer kun-
nen gebruiken.
Configuratiewachtwoord
Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbe-
voegden worden gewijzigd. Als u belast bent met het configureren van diverse
computers, is het verstandig met een configuratiewachtwoord te werken.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma IBM BIOS Setup wilt starten een wachtwoordaanwijzing. Geeft u een
onjuist wachtwoord op, dan verschijnt er een bericht. Als u drie maal achter elkaar
een onjuist wachtwoord opgeeft, moet u de computer uitzetten en opnieuw opstar-
ten.
Als u zowel een systeem- als een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie-
instellingen te wijzigen, moet u het configuratiewachtwoord opgeven.
Instellen, wijzigen of wissen van een wachtwoord
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9)
1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie "Het programma IBM BIOS Setup
2. In het menu van IBM BIOS Setup selecteert u Security. Lees de informatie aan
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen)
Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Deze proce-
dure is mogelijk niet van toepassing op alle computermodellen. Meer informatie
over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM.
Een vergeten wachtwoord wissen:
58
Handboek voor de gebruiker
gebruiken.
starten" op pagina 57).
de rechterzijde van het scherm.
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Ontkoppel het netsnoer.
3. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 17 (klein desktop-
model), "De kap verwijderen" op pagina 31 (desktopmodel) of "De kap
verwijderen" op pagina 43 (microtower).
4. Zoek de CMOS wis/herstel-jumper op de systeemplaat. Zie "Onderdelen van
de systeemplaat" op pagina 18 (klein desktopmodel), "Onderdelen van de
systeemplaat herkennen" op pagina 32 (desktopmodel) of "Onderdelen van de
systeemplaat" op pagina 46 (microtower).
5. Indien nodig raadpleegt u het onderwerp 'Adapters installeren' voor het ver-
wijderen van adapters die de toegang tot de CMOS wis/herstel-jumper blok-
keren.
6. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de positie
voor onderhoud of configuratie (pennetje 2 en 3).
7. Plaats de kap terug en sluit het netsnoer aan. Zie "Kap terugplaatsen en
kabels aansluiten" op pagina 28 (klein desktopmodel), "Kap terugplaatsen en