11 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN EN BEDRIJFSKENMERKEN
11.5 - Elektronisch expansieventiel (EXV)
De EXV heeft een stappenmotor en een kijkglas voor het
controleren van de beweging van het mechanisme en de
aanwezigheid van de vloeistofafdichting.
11.6 - Vochtindicator
Bevindt zich in het expansieventiel, geeft inzicht in de
koudemiddelvulling van de unit en geeft de aanwezigheid van
vocht in het circuit aan.
Als er belletjes in het kijkglas zichtbaar zijn, dan duidt dit
op onvoldoende koudemiddel of de aanwezigheid van
niet-condenseerbare gassen in het systeem.
Bij aanwezigheid van vocht verandert de kleur van de indicator in
het kijkglas (van groen naar geel).
11.7 - Filterdroger
De filterdroger houdt het circuit schoon en vrij van vocht.
Het kijkglas geeft aan wanneer de cassette in de filterdroger moet
worden vervangen.
Een temperatuurverschil tussen de intrede en uittrede van de
filterdroger geeft aan dat de droger vervuild is.
11.8 - Koudemiddelaccumulator met
geïntegreerde filterdroger
Specifiek voor 30RQ/30RQP
In koelbedrijf is meer koudemiddel vereist dan de toegelaten
koudemiddelvulling in verwarmingsbedrijf. De accumulator dient
om de overtollige vulling op te slaan tijdens verwarmingsbedrijf.
Een uitneembaar element en metalen filter houden het
k o u d e m i d d e l c i r c u i t s c h o o n e n v o c h t v r i j d o o r v a s t e
verontreinigingsdeeltjes te vangen.
Als de vochtindicator geel verkleurt, moet het element vervangen
worden. Als de unit in koelbedrijf werkt, wijst een temperatuurverschil
tussen de intrede en de uittrede van het reservoir op vervuiling
van het element en/of filter.
11.9 - Waterwarmtewisselaar
De warmtewisselaar is een hardgesoldeerde platenwarmtewisselaar
met twee koudemiddelcircuits.
De waterverbindingen van de warmtewisselaar zijn Victaulic-
verbindingen.
De waterwarmtewisselaar is thermisch geïsoleerd met 19 mm
schuim.
Als optie is een vorstbeveiliging door middel van een elektrisch
verwarmingselement mogelijk (optie: waterwarmtewisselaar
vorstbescherming).
De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische
i s o l a t i e v a n d e d r u k v a t e n t i j d e n s h e t m a k e n v a n d e
wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding
tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast.
Alle originele door de fabrikant geleverde materialen voldoen aan
deze eis.
OPMERKING - Toezicht tijdens de werking
- Houd u aan de verordeningen over het toezicht op de
onder druk staande apparatuur.
- De gebruiker of exploitant moet in veel gevallen een
onderhoudsdossier bijhouden.
- Indien er geen voorschriften zijn, of als aanvulling op de
voorschriften, volgt u de richtlijnen van EN 378.
- Houd u aan de lokale aanbevelingen van de bedrijfstak,
als deze er zijn.
- Controleer regelmatig of er geen verontreiniging
(bijv. zandkorrels) in de warmteoverdrachtmedia
aanwezig is. Deze verontreinigingen kunnen slijtage of
corrosie veroorzaken door pitvorming.
- De rapporten van de periodieke controles door de
gebruiker of het bedienend personeel moet worden
opgenomen in het service- en onderhoudsdossier.
11.10 - Koudemiddel
De units werken met R32 (A2L vloeistof).
Er zijn ATEX-zones geïdentificeerd rond de unit: raadpleeg
hoofdstuk "4.4 - Plaatsing van de ATEX-zones rond de unit".
Volg de aanbevelingen die van kracht zijn in de ATEX-zones.
11.11 - Hogedrukbeveiliging
De units zijn uitgerust met hogedrukbeveiligingen met automatische
reset aan hogedrukzijde.
Deze drukschakelaars bevinden zich aan de perszijde van elke
circuit.
11.12 - Frequentieregelaar
De 30RBP en 30RQP units zijn uitgerust met frequentieregelaars
voor de regeling van het ventilatortoerental binnen het minimum
(fmin) en maximum (fmax) frequentiebereik (voor de standaard,
fmin=5 Hz en fmax=50 Hz).
Alle ventilatoren op eenzelfde koudemiddelcircuit worden door
één frequentieregelaar geregeld. Het toerental van de ventilatoren
wordt veranderd door het genereren van een gecontroleerde
golfvorm waarin frequentie en spanning worden gevarieerd
(Pulse Width Modulation).
Het starten/stoppen en het setpoint van het frequentiewerkbereik
worden geregeld door de regelaar via RS485-communicatie door
middel van het LEN-protocol.
49