Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Controles Voorafgaand Aan De Inbedrijfstelling Van De Installatie; Verplicht Te Controleren Punten - Carrier Aquasnap 30RB 170R Installatie-, Bedienings- En Onderhoudsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

10 - INBEDRIJFSTELLING

10.1 - Controles voorafgaand aan de
inbedrijfstelling van de installatie
Vóór de opstart van het thermodynamische systeem moet de
gehele installatie, inclusief het thermodynamische systeem worden
vergeleken met de installatietekeningen, maatschetsen, systeem
leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische
schema's. 
Alle maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat
tijdens het gebruik, het onderhoud en de recycling, de druk- en
temperatuurgrenzen, met name die welke zijn aangegeven op de
kenplaten, worden overschreden.
Als de temperatuur van het warmteoverdrachtmedium boven het
aanbevolen maximum stijgt, kan de koudemiddeldruk te hoog
worden en kan koudemiddel verloren gaan via het overdrukventiel.
Houd u tijdens deze controles aan de nationale verordeningen.
Raadpleeg de norm EN 378 als volgt indien de nationale
voorschriften geen details bevatten:
Externe visuele installatiecontroles:
- Zorg ervoor dat de machine is gevuld met koudemiddel.
Controleer op de kenplaat van de unit of het 'getransporteerde
medium' geschikt is voor de handelingen en geen stikstof is.
- Vergelijk het complete systeem met de schema's van het
koudemiddel en van de elektrische installatie.
- Controleer of alle documenten die verstrekt zijn door de
fabrikant (maatschetsen, leidingen- en instrumentenschema 
(PID), verklaringen, enz.) om te voldoen aan de voorschriften, 
aanwezig zijn. Indien documentatie ontbreekt moet deze
worden aangevuld.
- Controleer of alle beveiligingen en milieubeschermende
appendages en maatregelen, verstrekt door de fabrikant,
voldoen aan de lokale voorschriften.
- Controleer of alle conformiteitsverklaringen van de
drukreservoirs, kenplaten en documentatie die van
toepassing volgens de lokale verordeningen aanwezig zijn.
- Controleer of de toegangs- en vluchtwegen vrij zijn.
- Controleer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van
het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen.
- Controleer de montage van de aansluitingen.
- Controleer de steunen en bevestigingsmiddelen (materialen, 
ligging en aansluiting).
- Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen.
- C o n t r o l e e r d e b e s c h e r m i n g t e g e n m e c h a n i s c h e
beschadigingen.
- Controleer de bescherming tegen warmte.
- Controleer de bescherming van bewegende delen.
- Controleer de toegankelijkheid voor onderhoud of reparaties
en voor het controleren van de leidingen.
- Controleer de status van de ventielen.
- Controleer de kwaliteit van de warmte-isolatie.
- Controleer de staat van de isolatie van de 400 V-kabel.
10.2 - Inbedrijfstelling
Probeer nooit om de unit te starten zonder de gebruiksaanwijzing
volledig te lezen en te begrijpen en zonder de volgende
voorzorgsmaatregelen te hebben genomen:
- C o n t r o l e e r
d e
warmteoverdrachtmedium, de apparatuur voor de
luchtbehandeling en alle andere uitrusting die is aangesloten
op de warmtewisselaars.
- Raadpleeg de instructies van de fabrikant.
- Zie het met de unit meegeleverde elektrische schema.
- Zorg dat er geen lekkage van koudemiddel aanwezig is.
Controleer of de bevestigingsbeugels van alle leidingen goed
vastzitten.
- Controleer de elektrische voeding bij het hoofdaansluitpunt
en de fasevolgorde.
- Bij units zonder optie hydromodule gemonteerd in de fabriek,
zijn de thermische beveiligingen en de aansluitingen van de
pomp van de installatie voor de verantwoordelijkheid van de
installateur.
46
c i r c u l a t i e p o m p e n
v a n
- Controleer of de verwarmingselementen van het
compressorcarter en van de compressorkop, indien van
toepassing, 6 uur lang waren ingeschakeld vóór het
inbedrijfstellen van het systeem.
- Open de zuiggasafsluiters van elk circuit voor de betrokken
machines.
BELANGRIJK:
De inbedrijfstelling en het opstarten moeten gebeuren onder
toezicht van een gekwalificeerde technicus.
- Het opstarten en de bedrijfstesten moeten worden
uitgevoerd met een thermische belasting en er moet
voldoende water door de verdamper stromen.
- Alle aanpassingen van setpoints en tests van de regeling
moeten worden uitgevoerd voordat de unit wordt
opgestart.
- Raadpleeg de onderhoudsgids.
Ga verder met het inbedrijfstellen van de unit.
Zorg ervoor dat alle veiligheidsorganen operationeel zijn, met
name dat de hogedrukschakelaars werken en dat eventuele
alarmen zijn gereset.
OPMERKING:
Indien de aanbevelingen van de fabrikant (aansluiting
en montage van de elektrische voeding en van het water)
niet zijn nageleefd, dan vervalt de fabrieksgarantie.

10.3 - Verplicht te controleren punten

Compressoren
Controleer of de draairichting van elke compressor correct is door
te controleren of de persgastemperatuur snel oploopt, de hogedruk
toeneemt en de lagedruk afneemt. Een verkeerde draairichting
wordt veroorzaakt door een verkeerde bekabeling van de
elektrische voeding (faseomkering). Om de correcte draairichting 
te herstellen moet u twee fasen van de voeding omkeren.
- Controleer of de voedingskabels zijn vastgeklemd in de
klemmenkast van elke compressor.
- Controleer de persgastemperatuur van de compressoren
met behulp van een contactopnemer
- Controleer of de opgenomen stroomsterkte normaal is
- Controleer de werking van alle veiligheidsinrichtingen
Water
Aangezien het totale drukverlies van de installatie niet precies
bekend is bij de inbedrijfstelling, is het meestal nodig het
waterdebiet met de regelklep af te stellen om het gewenste
nominale debiet te verkrijgen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Instellen van het nominale waterdebiet
van het systeem - Procedure voor het instellen van het waterdebiet"
voor de te volgen procedure.
In ieder geval moet het hydraulische systeem vrij zijn van vervuiling
(verwijder  eventuele  vaste  deeltjes  uit  het  circuit)  voor  de 
inbedrijfstelling van het systeem: raadpleeg het hoofdstuk
"Instellen van het nominale waterdebiet van het systeem -
Procedure voor het reinigen van het waterdebiet" voor de te volgen
h e t
procedure.
Koudemiddelvulling
De units verlaten de fabriek met een nauwkeurige lading
koudemiddel en olie.
Controleer op de unit zichtbare koelmiddel- en olielekkages:
- Door de afwezigheid te constateren van zichtbare schade
aan  de  leidingen  van  het  koelcircuit  (geen  letsel,  geen 
scheuren, geen vervorming)
- Door de afwezigheid te constateren van vetsporen op de
aansluitingen en de sensoren van het koelcircuit
In geval van twijfel gebruikt u een lekdetectieapparaat voor
koudemiddel dat geschikt is voor de vloeistof gebruikt in de unit.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave