Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wateraansluitingen; Voorzorgsmaatregelen En Aanbevelingen - Carrier Aquasnap 30RB 170R Installatie-, Bedienings- En Onderhoudsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

8 - WATERAANSLUITINGEN

R a a d p l e e g b i j h e t a a n s l u i t e n v a n d e u n i t s o p d e
waterdistributieleidingen, de officiële maatschetsen die
bij de unit zijn geleverd, voor de afmetingen en positie van de
aansluitingen van de waterintrede en -uittrede van de
warmtewisselaars.
Als er optionele Metalen beschermroosters als Pompoptie
aanwezig zijn, is het noodzakelijk om een roosteruitsparing te
maken voor de wateraansluiting. Deze handeling valt onder de
verantwoordelijkheid van de installateur.
De leidingen mogen beslist geen radiale of axiale krachten of
trillingen overbrengen op de warmtewisselaar.
Het water moet geanalyseerd zijn en het circuit moet een
voorziening bevatten voor een eventueel vereiste waterzuivering:
filters,  additieven,  tussenwisselaars,  aftapkranen,  ontluchters, 
afsluitkleppen, enz. afhankelijk van de resultaten van de analyse,
om corrosie te voorkomen (bijv. schade aan het oppervlak van de 
buizen  door  verontreinigingen  in  de  vloeistof),  aanslag  en 
beschadiging van de pompwand.
Controleer vóór de inbedrijfstelling of het warmteoverdrachtmedium
geschikt is voor de materialen en de coating van het watercircuit.
Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloeistoffen 
anders dan die door de fabrikant worden aanbevolen, dat de
vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze behoren 
tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 2014/68/EU.
Voorschriften van de fabrikant inzake warmteoverdrachtmedia:
- Geen NH
ammoniumionen in het water, deze zijn namelijk
4+
zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende
factoren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs
door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd
ernstig gecorrodeerd.
- Chloorionen Cl
zijn schadelijk voor koper, met een risico
-
van perforatie door corrosie. Houd dit zo mogelijk lager
dan 25 mg/l. Wat de desuperheater-opties of de totale
warmteterugwinning betreft moet het gehalte aan Chloorionen
Cl- beneden 10 mg/l blijven.
- Sulfaationen (SO
) kunnen putcorrosie veroorzaken als hun 
2-
4
concentratie hoger is dan 30 mg/l.
- Geen fluorionen (<0,1 ppm).
- Geen Fe
- en Fe
-ionen als er een niet-verwaarloosbare
2+
3+
hoeveelheid opgeloste zuurstof is. Opgelost ijzer < 5 ppm
met opgeloste zuurstof < 5 ppm.
- Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van water en
kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 1 mg/l.
- Waterhardheid: > 0,5 mmol/l. De aanbevolen waarde ligt
tussen 1 en 2,5. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de
corrosie van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen
in de loop der tijd tot verstopping van de leidingen leiden.
Een totale alkaliteit (TAC) beneden 100 mg/l is gewenst.
- Opgeloste zuurstof: Plotselinge wijzigingen in het
zuurstofgehalte in het water moeten worden vermeden.
Het verlagen van het zuurstofgehalte door het water te
mengen met inert gas en het verhogen van het zuurstofgehalte
door het te mengen met zuivere zuurstof zijn beide even
schadelijk. Het verstoren van de zuurstofcondities bevordert
de destabilisatie van koperhydroxiden en het neerslaan van
deeltjes.
- Elektrische geleidbaarheid 10-600 µS/cm
- pH: Ideale situatie pH neutraal bij 20-25°C (7,5 < pH < 9).
BELANGRIJK: Het vullen, bijvullen of aftappen van het
watercircuit moet gebeuren door gekwalificeerd personeel
met gereedschap en gebruikmaking van de ontluchters en
apparatuur die geschikt zijn voor de producten.
Het vullen en aftappen van het warmteoverdrachtmedium
m o e t e n g e b e u r e n v i a d o o r d e i n s t a l l a t e u r o p h e t
watercircuit gemonteerde voorzieningen. Gebruik de
warmtewisselaars van de unit nooit voor het toevoegen van
warmteoverdrachtmedium.

8.1 - Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen

Controleer voor het opstarten van het systeem altijd of de
watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisselaars.
Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden
gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen
op verschillende niveaus voorkomen.
Belangrijkste punten die moeten worden gecontroleerd voor
de aansluiting:
- Zorg dat het waterfilter, gemaakt van roestvrij staal, aanwezig 
is in het gaasfilter. Zie fig. 2
- Houd rekening met de waterintrede- en -uittredeaansluitingen
op de unit.
- Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters
op alle hoge punten in het circuit.
- Beveilig het/de circuit(s) tegen overdruk met drukbegrenzers, 
een  overdrukventiel  (overstort)  en  een  expansievat.  Units 
met een hydromodule zijn voorzien van een veiligheidsventiel
(overstort).. Het expansievat is als optie leverbaar.
- Monteer thermometers in zowel de intrede als uittrede
wateraansluitingen.
- Monteer aftapkranen op alle lage punten om het gehele circuit
te kunnen aftappen.
- M o n t e e r s t o p k r a n e n b i j d e w a t e r i n t r e d e - e n
-uittredeaansluitingen
- Gebruik  flexibele  aansluitingen  om  de  overdracht  van 
trillingen te voorkomen.
- Isoleer, na het testen op lekkage, de leidingen om condensatie
te voorkomen.
- Dek de isolatie af met dampdicht materiaal. Indien de
uitwendige waterleidingen buiten de unit door een omgeving
lopen waar temperaturen beneden 0°C kunnen voorkomen,
d a n m o e t e n z e t e g e n v o r s t w o r d e n b e s c h e r m d
(antivriesoplossingen of verwarmingselementen). 
- Breng geen statische of dynamische druk van betekenis in
het  circuit  van  de  warmtewisselaar  (met  betrekking  tot  de 
ontwerp systeemdrukken).
- Door het gebruik van verschillende metalen in het
watersysteem kunnen er galvanische koppels ontstaan die
corrosie veroorzaken. Controleer dan of het nodig is om
opofferingsanodes te installeren. 
- De producten die kunnen worden toegevoegd voor
thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van
de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in
verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden
toegepast. Alle originele door de fabrikant geleverde
materialen voldoen aan deze eis.
Opmerking:
Units zonder hydromodule moeten worden voorzien van een
gaasfilter. Deze moeten worden gemonteerd in de
waterintredeleiding van de unit, stroomopwaarts van de
verschildrukmanometer en dichtbij de warmtewisselaar van
de unit. Het moet worden gemonteerd op een plaats die
gemakkelijk toegankelijk is om het te demonteren en te
reinigen.
De maasgrootte van het filter mag niet groter zijn dan 1,2 mm.
Als er geen filter is, zal de platenwarmtewisselaar snel
dichtslibben bij de eerste in bedrijf stelling, doordat deze al
het vuil in het systeem zal vasthouden, en zal de unit niet
correct kunnen werken (te klein waterdebiet vanwege te groot
drukverlies).
Apparaten met een hydromodule hebben dit type filter.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave