8 - WATERAANSLUITINGEN
Lijst met opties voor de periode dat de unit niet wordt gebruikt
(stand-by bedrijf).
Omgevingstemperatuurbereik
van de unit
> 0°C tot 51°C
-20°C tot 0°C
antivriesoplossing
(bijvoorbeeld glycol)
(1) Zorg dat de vloeistof kan circuleren. Indien afsluiters zijn toegepast moet een
bypass worden geïnstalleerd (zie tekening "Winterstand").
Indien de unit van het systeem wordt afgekoppeld door afsluiters,
is het verplicht om een bypass te installeren zoals hieronder
aangegeven:
Winterstand
Unit
30RB/RBP 170-950 of 30RQ/RQP 165-520
zonder optie 116
met optie 116
-
-
Optie 41
Optie 42A/B
of
of
Geschikte
Geschikte
antivriesoplossing
(bijvoorbeeld glycol)
Gesloten
Waternetwerk
Open
Gesloten
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
Afhankelijk van het klimaat in uw omgeving, moet u:
- Voeg alleen een door de fabrikant goedgekeurde
antivriesoplossing (max. 45 %) toe voor het beschermen
van de unit tot een temperatuur van 10 K onder de laagste
omgevingstemperatuur welke lokaal voor kan komen.
(1)
- Voor een langdurige buiten bedrijf stelling, moet u de
w a r m t e w i s s e l a a r a f t a p p e n e n v u l l e n m e t e e n
antivriesoplossing (gebruik de aftapkraan op de
(1)
waterintrede).
- Om corrosie als gevolg van contact met de buitenlucht
te voorkomen, moet u, als het system voor een periode
van langer dan 1 maand wordt afgetapt, het circuit van
het warmteoverdrachtmedium vullen met droog inert
gas. (max. 0,5 bar). Als het warmteoverdrachtmedium
niet voldoet aan de voorschriften van de fabrikant, moet
het systeem direct met stikstof worden gevuld.
- In geval van langdurige stilstand, moeten de watercircuits
worden beschermd door er een passiveringsoplossing
in te laten circuleren (de hulp van een specialist
inroepen).
- Vul het apparaat bij het begin van het volgende seizoen
weer met water en voeg een anticorrosie inhibitor toe.
- Als extra apparatuur in het systeem is gemonteerd, moet
de installateur ervoor zorgen dat de resulterende
debieten nog steeds binnen de minimum en maximum
waarden liggen die in de tabel met bedrijfslimieten staan
(toepassingsgegevens).
- Als de vorstbeveiliging afhankelijk is van elektrische
verwarmingselementen, sluit dan nooit de elektrische
voeding van de unit uit wanneer de vorstbeveiliging
nodig is. Om de beveiliging te garanderen, moeten de
h o o f d s c h a k e l a a r v a n d e u n i t , h e t c i r c u i t v a n
de elektrische verwarming en het circuit van de
regeling ingeschakeld zijn (zie het elektrische schema
voor de plaats van deze componenten). Als de
waterwarmtewisselaar en externe leidingen tijdens vorst
niet worden gebruikt, of tijdens een langdurige
elektrische stroomonderbreking (gepland of niet
gepland), moeten deze direct worden afgetapt.
Vorstschade wordt niet gedekt door de garantie.
- De temperatuuropnemers van de warmtewisselaar
z i j n o n d e r d e e l v a n d e v o r s t b e v e i l i g i n g : A l s
leidingsverwarmingslinten worden gebruikt, mogen deze
uitwendige verwarmingselementen de metingen van deze
opnemers niet nadelig beïnvloeden.
- Als er ook een optie Aansluitpijpen waterwarmtewisselaar
wordt besteld, moet op elke verlenging ook een
verwarmingselement worden gemonteerd om de
waterleidingen te beveiligen tegen een buitentemperatuur
van beneden 0°C. De oplossingen antivries en
verwarmingselementen kunnen worden gecombineerd.
37