3.
Selecteer d.m.v. [ ]
en [ ] het item dat u
wilt configureren en
druk vervolgens op
[ ].
Voorbeeld: Selecteer
"Continuous" (voortzetten)
en druk vervolgens op [ ].
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling.
5.
Pas de instelling toe.
• Door op [SET] te drukken wordt de geselecteerde
instelling toegepast en het menuscherm verlaten.
• Door op [ ] in plaats van op [SET] te drukken wordt de
geselecteerde instelling toegepast en teruggekeerd naar
het menuscherm. Indien u dat wilt, kunt u daarna andere
instellingen configureren.
• Druk op [ ] om een andere indextab te selecteren en
keer daarna terug naar de indextab d.m.v. [ ] en schakel
daarna over naar een andere indextab d.m.v. [ ] en [ ].
Configureren van instellingen op het
beeldscherm
U kunt het display menu gebruiken om verschillende instellingen
op het beeldscherm te configureren.
• Zie "Displaymenureferentie" op pagina 266 voor informatie
aangaande de inhoud van menu's.
Voorbeeld van een display menu scherm
• De inhoud van de menu's is
anders bij de opnamefunctie
(REC) en bij de
weergavefunctie (PLAY). Dit
scherm toont de
opnamefunctie (REC).
Bedieningstoetsen van het menuscherm
Selecteer een insteloptie. [ ] wordt ook gebruikt
[ ] [ ]
om een instelling toe te passen.
[ ] [ ]
Selecteer een insteloptie.
[SET]
Oefent de ingestelde instellingen uit.
(instellen)
[DISP]
Verlaat het menuscherm.
(display)
53
VOORBEREIDINGEN