Instellen van de kleurverzadiging
Stel de mate van verzadiging van de kleuren in beeld in d.m.v.
de volgende procedure.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer bij de "Quality" (kwaliteit) indextab
"Saturation" (kleurverzadiging) en druk
vervolgens op [ ].
3.
Selecteer m.b.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest verzadigd)
tot en met –2 (minst verzadigd) specificeren voor de
kleurverzadiging.
i
Instellen van het beeldcontrast
Stel het contrast van uw beelden in d.m.v. de volgende
procedure.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer bij de "Quality" (kwaliteit) indextab
"Contrast" (beeldcontrast) en druk vervolgens
op [ ].
3.
Selecteer m.b.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast
tussen licht en donker) tot en met –2 (kleinste contrast
tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
130
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN