Gebruik
Remmen controleren
Remmen door de rijschakelaar los te
laten
– Rijd de machine in richting (1) of (2).
– Laat de rijschakelaar los.
De rem wordt ingeschakeld tot de machine
helemaal stilstaat.
Remmen door veranderen van rijrichting
– Rijd de machine in richting (1) of (2).
– Beweeg de rijschakelaar in de tegenge-
stelde richting.
De machine wordt afgeremd en rijdt vervol-
gens in tegengestelde richting.
OPMERKING
Controleer ook of de stabilisatorwielen goed
werken. Dit is van invloed op de remwerking.
Claxon
De claxon bevindt zich aan de achterzijde van
de bedieningseenheid.
Controleer de werking van de claxon als volgt:
– Druk op de knop (1) op de bedieningseen-
heid.
De claxon klinkt.
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
11548011559 NL - 12/2017
4
35