Ingebruikneming
Voorwaarden parameterisering
Voorwaarden voor de
ingebruikneming
De ingebruikneming van de warm-
tepomp AEROTOP mag slechts door
hiervoor zelf opgeleid vakkundig
personeel worden uitgevoerd.
Alle garantieaanspraken vervallen
wanneer de ingebruikneming van de
warmtepomp door personen of
firma's wordt uitgevoerd, die geen
toestemming hiervoor van ELCO
hebben gekregen.
Vóór om ingebruikneming kan worden
verzocht, moeten volgende punten
vastgesteld en gecontroleerd zijn:
•
De warmtepomp is elektrisch en
hydraulisch geheel en vakkundig
aangesloten.
•
Alle externe voor het gebruik
noodzakelijke installatiedelen
zoals, circulatiepomp, drieweg-
kleppen, sensors enz. moeten
geheel en vakkundig zijn
aangesloten.
•
De hydraulische aansluitingen zijn
volledig en vakkundig uitgevoerd
•
Alle sensors zijn vakkundig
aangebracht, afgeschermd en
volgend het betreffende
installatieschema op de juiste
plaats aangebracht
•
De verwarmingsinstallatie is
vakkundig uitgevoerd en volgend
de voorschriften doorgespoeld,
gevuld, ontlucht en op lekkages
gecontroleerd.
•
De voorinstelling van de
klepelementen is uitgevoerd.
•
De elektrische spanning komt
overeen met de opgaven van het
databord van de warmtepomp.
•
Alle armaturen bevinden zich in
bedrijfspositie.
Voor de ingebruikneming is de
aanwezigheid van volgende
personen noodzakelijk:
•
De planner; hij moet de
bedrijfsparameters vastleggen.
•
De installateur; hij is
verantwoordelijk voor het
functioneren en instellingen van
de hydraulische installatie.
•
Degene die de installatie
onderhoudt (de klant of een
vertegenwoordiger daarvan); wordt
naar aanleiding van de
inbedrijfneming vertrouwd gemaakt
met de installatie en geschoold om
die te kunnen bedienen.
Wordt een ingebruikneming
aangevraagd, zonder dat aan alle
voorwaarden is voldaan, wijst ELCO
iedere verantwoording voor bedrijfs-
problemen van de installatie af. Het
functioneren van de installatie vindt dan
voor eigen risico plaats en voor eigen
verantwoording.
Parameterisering
De besturing van de warmtepomp een
ook de gehele installatie vindt plaats
d.m.v. de geïntegreerde LOGON B-WP
regelaar. De correcte parameter-
instellingen staan in de installatie-
documentatie.
Na de ingebruikneming
Na de ingebruikneming zijn er voor
de warmtepomp AEROTOP geen
bijzondere ingrepen of aanpassingen
van de regelaarinstellingen nodig.
Eventueel gewenste aanpassingen van
de verwarmingstemperatuur kunnen
volgens de bijgevoegde handleiding
m.b.t. de regelaar LOGON B-WP
worden uitgevoerd.
Functioneren van de instelling
De instelling vindt plaats via de
verschillende temperatuursensors en
meetunits in de warmtepomp, in de
buitenlucht, in de installatie, in de
boiler, in de warmwaterboiler en
eventueel ook in de woning.
Indien nodig geeft de regelaar aan
de warmtepomp een warmteopvraag-
signaal.
De verwarmingstemperatuurregeling
vindt plaats via de invoer van een
verwarmingscurve. De warmtepomp en
ook de installatie worden automatisch
gestuurd. Bij de ingebruikneming van
de via het weer gestuurde regelaar
worden de parameters die betrekking
hebben op de installatie ingevoerd.
7