Opstellings- en aansluitinstructies
Veiligheid, transport en installatie
Veiligheidsinstructies
Men dient zich aan alle voorschriften
en instructies in de verschillende
documentatie, etiketten, databorden
en begeleidende documenten van de
machine te houden.
Transport
Na ontvangst de warmtepomp op
transportschade en de levering op
volledigheid volgens opdracht-
bevestiging controleren. Bij beschadigd
of ontbrekend materiaal moet de
transportonderneming direct schriftelijk
hiervan op de hoogte te worden
gesteld.
Gedurende het transport, bij de
opstelling, voorbereiding of bij het
omgaan met zware materialen, die de
warmtepomp kunnen beschadigen is
zorgvuldigheid geboden.
Controleer of transportkabels,
trekbanden of kettingen de warm-
tepomp niet kunnen beschadigen.
De warmtepomp niet laten slingeren
wanneer die omhoog wordt getrokken.
De warmtepomp mag hoogstens
15° graden om zijn verticale as worden
gekanteld.
Ten behoeve van het transport wordt
de warmtepomp vanaf de fabriek op
een pallet vastgezet en met een
beschermende folie bedekt, zodat hij
tegen krassen wordt beschermd. De
verpakking mag pas dan worden
verwijderd, wanneer de warmtepomp
zich op zijn definitieve plaats bevindt.
4
Opstelling
De opstelling dient zorgvuldig en
precies te worden uitgevoerd.
De warmtepomp AEROTOP kan bij
opstelling binnen op een vlakke vloer
zonder sokkel worden gezet. Bij een
opstelling buiten, als er geen solide
ondergrond aanwezig is, is een
opstelsokkel noodzakelijk.
De opstellingsruimte moet tenminste
een buitenwand hebben. Ruimtes die
zeer vochtig zijn, zijn voor de opstelling
van de AEROTOP ongeschikt. Een
condenswaterafvoer moet aanwezig
zijn.
De warmtepomp moet op de daarvoor
bedoelde plaats op een vlakke bodem
gezet en d.m.v. de verstelbare poten
horizontaal te worden geplaatst.
Er moet voor zoveel ruimte gezorgd
worden, dat het schakelpaneel goed
bereikt kan worden en aan de zijkant
controles en onderhoudswerk-
zaamheden kunnen worden verricht.
Er dient te worden gecontroleerd of de
vloer de warmtepomp en accessoires
kan dragen. De vloer moet schoon,
vrij van voorwerpen en stofvrij zijn.
Bij het plaatsen in de kelderverdieping
dient gezorgd te worden voor een
opstelplaats, die watervrij is.
Op de definitieve opstelplaats moet de
warmtepomp zorgvuldig worden
uitgepakt en van de pallet te worden
gehaald, waarbij er niet tegen aan mag
worden gestoten en waarbij hij niet met
geweld mag worden verdraaid.
Transport
Om transportschade te vermijden moet
de warmtepomp in verpakte toestand
op de houten pallet met een hefwagen
of een steekwagen naar de uiteindelijke
plaats van opstelling worden
getransporteerd.
Installatie
Voor de ingebruikneming moeten alle
transportbeveiligingen worden
verwijderd.
De voorschriften en schema's moeten
goed in acht worden genomen.
De accessoires moeten door een
vakman (verwarmingsinstallateur)
volgend de aanwezige montage-
instructies te worden gemonteerd.
De geluidsemissies van de
warmtepomp AEROTOP zijn dank zij
de drietraps, geluidsabsorberende
lagering van de mobiele delen en ook
de geluidsisolerende bekleding zeer
laag. Het effectieve geluidsniveau
hangt behalve andere factoren echter
ook van de grootte van de opstelruimte,
van de geluidsdemping of reflexie van
de in de ruimte aanwezige materialen
en ook van de mogelijkheid van het
geluid, zich als contactgeluid te
verspreiden af.
Luchtkanalen, buisleidingen en
elektrische leidingen dienen aan de
muur te worden bevestigd - niet aan
de warmtepomp.
Al deze aansluitingen moeten met
flexibele verbindingen aan de warm-
tepomp aangesloten worden, zodat
deze vrij bewegen kan, vooral bij het
starten van de compressor of ventilator.
Alleen zo kan de overdracht van
contactgeluid op de gebouwstructuur
en kunnen ook leidingbreuken worden
vermeden.
•
Warmtepomp tegen wegglijden op
de steekwagen vastzetten.
•
De onderdelen en ook de buizen
van de koelkring, de verwarmings-
zijde en de transportbronzijde niet
voor transportdoeleinden gebruiken
•
Gewicht van de warmtepomp in
acht nemen
•
Ter vermijding van beschadigingen
van de waterslangen en elektrische
leidingen op de positie ervan letten.
•
De warmtepomp uitsluitend optillen
aan de onderkant van het apparaat
en transporteren.