Servicehandleiding
Oorzaak
4. De driewegklep is vastgelopen in
de warmwatermodus.
5. Defect elektrisch verwarmings-
element.
6. De warmtepomp is gestopt van-
wege HOOG RETOUR.
7. Warmteproductie wordt stopge-
zet door de functie HYSTERESIS.
24
Warmtepompen voor woningen
Oplossen van storingen
1. Controleer de werking van de driewegklep-
motor door handmatig proefdraaien. Als de
motor de modus niet verandert bij handmatig
proefdraaien, controleert u of de motor span-
ning krijgt (zie bedradingsschema).
2. Verwijder de motor en test of u met de hand
de klep kunt sluiten en openen door de regel-
arm in te drukken.
Gebruik een zoemer en controleer of alle spoelen
in het elektrische verwarmingselement intact zijn.
▪ Controleer welke waarde is ingesteld voor
MAX RETOUR in de regelcomputer van de
warmtepomp. Deze moet worden afgesteld
op de maximale aanvoertemperatuur van de
installatie en het temperatuurverschil van het
systeem, zodat er niet wordt onderbroken bij
een te hoge retourtemperatuur als de hoog-
ste aanvoertemperatuur wordt verzonden.
▪ Controleer wat de retourleidingsensor aan-
geeft. Is het een aannemelijke/correcte waar-
de? Als dat niet het geval is, voert u een weer-
standsmeting uit van de sensoren en contro-
leert u deze waarden aan de hand van de
weerstandstabel in paragraaf 19.3 Meetpun-
ten.
Als de aanvoertemperatuur zo snel stijgt dat de
warmteproductie wordt onderbroken door HYSTE-
RESIS voordat INTEGRAAL 0 is geworden, kan er
een verwarmingstekort ontstaan in het huis.
▪ Controleer of de warmteproductie wordt
stopgezet omdat de hysteresewaarde te laag
is ingesteld. (Zie installatiehandleiding voor
fabrieksinstelling.)
▪ Controleer of de warmteproductie wordt
stopgezet omdat thermostaten/kleppen in
het verwarmingssysteem geheel of gedeelte-
lijk zijn gesloten.
▪ Controleer of de warmteproductie wordt
stopgezet omdat het verwarmingssysteem
een te kleine capaciteit heeft.
VIGFI210
Oplossing
1. Krijgt de motor in beide bedrijfsmodi
spanning volgens het bedradingssche-
ma? MANUEEL TEST – VXV WARMWA-
TER 0 = radiatormodus, arm van de
klep af. 1 = warmwatermodus, arm
richting de klep. Als de motor span-
ning krijgt maar de arm niet van stand
verandert, vervangt u deze.
2. Aanlopend inzetelement verwijderen
en reinigen of vervangen door een
nieuw.
Als het elektrische verwarmingselement
defect is, vervangt u dit.
Als de waarde voor MAX RETOUR niet is af-
gesteld op het systeem volgens het vak
voor het lokaliseren van de storing, stelt u
deze af.
Als de sensor defect is, vervangt u hem.
▪ Probeer de hysteresewaarde te verho-
gen tot de warmtepomp in plaats
daarvan stopt bij INTEGRAAL.
▪ Open thermostaten/kleppen in het
verwarmingssysteem en controleer of
de warmtepomp stopt op basis van IN-
TEGRAAL.
▪ Als u constateert dat het verwarmings-
systeem een te kleine capaciteit heeft,
moet het systeem worden uitgebreid
(door het warmteafgevende oppervlak
te vergroten).
Danfoss Heating Solutions