Servicehandleiding
Probleem – Onjuiste fasevolgorde
Oorzaak
De volgorde van de ingaande fasen
is onjuist (geldt alleen voor driefa-
sen-warmtepompen).
Probleem – Alarm AH (bijverwarming)
Oorzaak
1. De oververhittingsbeveiliging is
geactiveerd.
2. Fase-uitval.
Het alarm treedt op als er geen 230
V aanwezig is tussen L2 op de print-
plaat en N.
3. Storing in oververhittingsbeveili-
ging, resetten lukt niet.
4. Storing in flowsensor.
5. Geen of onvoldoende circulatie in
het verwarmingssysteem.
6. De dompelbuis in het elektrisch
verwarmingselement raakt de spira-
len.
Danfoss Heating Solutions
Warmtepompen voor woningen
Oplossen van storingen
▪ Als de tekst FOUT FASESEQ. wordt weergege-
ven op de display wanneer de warmtepomp
stroom krijgt (wordt alleen de eerste 10 minu-
ten weergegeven) wijst dit erop dat de volg-
orde van de fasen onjuist is.
▪ Controleer terwijl de compressor draait de
temperatuur van de drukleiding door aan de
drukleiding te voelen. Als de volgorde van de
fasen correct is, moet hij heet zijn (niet slechts
warm), ook op grotere afstand van de com-
pressor.
▪ Als de compressor draait met een verkeerde
fasevolgorde, kan er een abnormaal (hard,
rammelend) geluid hoorbaar zijn als de com-
pressor achteruit draait.
Oplossen van storingen
Controleer of de oververhittingsbeveiliging geacti-
veerd is.
▪ Controleer of de oververhittingsbeveiliging
geactiveerd is.
▪ Controleer of er bij de printplaat of de over-
verhittingsbeveiliging geen kabels loszitten of
beschadigd zijn.
Druk de resetknop in, meet of er 230 V staat op in-
en uitgaande aansluitingen.
Controleer wat de flowsensor aangeeft. Is het een
aannemelijke/correcte waarde?
Meet de weerstand van de sensor en controleer
aan de hand van de weerstandstabel. Zie het
hoofdstuk Meetpunten.
Controleer:
▪ of de circulatiepomp draait
▪ of de afsluitkleppen geopend zijn
▪ of de vuilzeef niet verstopt zit
▪ of er geen lucht in het verwarmingssysteem
zit.
Controleer wat de aanvoertemperatuur is als de
oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd.
Deze wordt gewoonlijk geactiveerd bij circa 95 °C.
Oplossing
Als de volgorde van de fasen onjuist is, ver-
wisselt u de twee ingaande fasen op het
hoofdklemmenblok en controleert u op-
nieuw volgens het venster voor het lokali-
seren van de storing.
Oplossing
Als de oververhittingsbeveiliging geacti-
veerd is, reset u deze.
Als de oververhittingsbeveiliging geacti-
veerd is, reset u deze.
Als de kabels loszitten of beschadigd zijn,
zet u ze vast of vervangt u ze.
Als de oververhittingsbeveiliging defect is,
vervangt u deze.
Als de sensor defect is, vervangt u hem.
De circulatiepomp kan zijn vastgelopen. Als
dat het geval is, opent u de ontluchtings-
schroef en probeert u het schoepenwiel los
te krijgen met bijvoorbeeld een schroeven-
draaier.
Zet gesloten kleppen of kranen open.
Controleer de vuilzeef en maak deze indien
nodig schoon.
Ontlucht indien nodig het verwarmingssys-
teem volgens de installatiehandleiding.
Wellicht is het mogelijk om de dompelbuis
met een schroevendraaier of iets dergelijks
een stukje van de spiralen af te bewegen.
De dompelbuis moet verticaal staan.
VIGFI210
15