IN GEBRUIK NEMEN NA
OPSLAG
Volg de onderstaande procedure voordat de
motor na opslag weer in gebruik kan worden
genomen.
1. Reinig de bougies grondig of vervang ze
indien nodig.
2. Controleer het niveau van de staartstukolie
en vul indien nodig olie bij. Zie hiervoor het
hoofdstuk "STAARTSTUKOLIE".
3. Smeer alle bewegende delen. Zie hiervoor
het hoofdstuk "SMERING".
4. Controleer het oliepeil.
5. Reinig de motor en zet de gelakte onderde-
len in de was.
STORINGZOEKEN
In dit deel worden een aantal oorzaken aange-
geven van de meest voorkomende storingen.
LET OP
Als het storingzoeken niet correct wordt uitge-
voerd, kan de buitenboordmotor worden
beschadigd. Als reparaties of afstellingen op
een incorrecte manier worden uitgevoerd, kan
de buitenboordmotor worden beschadigd in
plaats van dat de storing wordt verholpen. In
dat geval kunt u geen aanspraak maken op de
garantie.
Neem contact op met een Suzuki Marine
dealer als u er niet zeker van bent hoe u een
storing dient op te lossen.
Trekstarter werkt niet:
• Schakelhendel staat niet in neutraalstand.
Motor slaat niet of moeilijk aan:
• Borgplaatje noodstopschakelaar is niet aan-
gebracht.
• Brandstoftank is leeg.
• Brandstofslang is niet goed aangesloten op
motor. (DF5A/DF6A)
• Brandstofslang zit geknikt of klem.
• Vuile bougie.
Motor draait onregelmatig stationair of
slaat af:
• Chokeknop is niet volledig ingedrukt.
• Brandstofslang zit geknikt of klem.
• Vuile bougie.
Motortoerental neemt niet toe (weinig
motorvermogen):
• Motor wordt te zwaar belast.
• Schroef is beschadigd.
• Schroef is niet berekend op belasting.
Motor trilt hevig:
• Montagebouten of klemschroeven van motor
zitten los.
• Er bevindt zich een vreemd voorwerp (zee-
wier enz.) in de schroef.
• Schroef is beschadigd.
Motor raakt oververhit:
• Inlaat (inlaten) koelwater verstopt.
• Motor wordt te zwaar belast.
• Schroef is niet berekend op belasting.
49