MOTOR STARTEN
V WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
gevaarlijk gas dat nauwelijks waarneembaar
is omdat het kleurloos en reukloos is. Het ina-
demen van koolmonoxide kan zeer gevaarlijk
of zelfs dodelijk zijn.
Start de motor niet en laat die niet draaien in
een ruimte met onvoldoende ventilatie.
AANWIJZING:
Controleer het borgplaatje van de noodstop-
schakelaar als de motor niet aanslaat. De
motor kan niet worden gestart als het borg-
plaatje niet is aangebracht.
1. Bij koude motor:
Trek de chokeknop 1 volledig uit. Draai de
gashendel 2 zodat de pijl op de hendel in
stand A staat.
Bij warme motor:
Draai de gashendel 2 zodat de pijl op de
hendel in stand A staat. Gebruik de choke
niet.
AANWIJZING:
U dient eventueel de choke te gebruiken om de
warme motor te starten. Volg de procedure voor
het starten van een koude motor wanneer de
warme motor niet snel aanslaat.
26
2. Trek het startkoord 3 aan tot de starter aan-
grijpt. Geef dan een flinke ruk aan het koord
om de motor te starten. Laat het koord
daarna niet los. Houd het koord vast en laat
het langzaam oprollen.
LET OP
Als u aan de startkoord trekt terwijl de motor
draait, kan het startsysteem worden bescha-
digd.
Trek nooit aan het startkoord terwijl de motor
draait.
3. Draai de gashendel 2 in de stationairstand
als de motor is aangeslagen.
4. Druk de chokeknop in.
AANWIJZING:
Bij koud weer kan het noodzakelijk blijken de
chokeknop langer uitgetrokken te houden tot de
motor enigszins op temperatuur is.
5. Laat de motor 5 minuten warmdraaien.
LET OP
Gebruik van de motor met hoogtoerental of
"volgas" meteennadat de motor is gestarten-
zonderdatdezevoldoende is opgewarmd, kan-
resulteren in een defect van de motor.
Laat de motor altijdvoldoendeopwarmenvoor-
dat u deze met hoogtoerentallaatdraaien.