Inhoudsopgave
Advertenties
2. Volgende uur:
Laat de motor belast met 4.000 omw/min of
3/4 gas draaien. Voorkom vollast draaien.
3. Resterende 7 uur:
Laat de motor belast met het gewenste
motortoerental draaien.
U mag van tijd tot tijd volgas geven als dat
ten minste niet langer dan 5 minuten achter
elkaar is.
LET OP
Langer dan 5 minuten achtereen met volgas
varen tijdens de laatste 7 uur van de inlooppe-
riode kan ernstige motorschade, zoals het
vastlopen van de zuigers, veroorzaken.
Tijdens de laatste 7 uur van de inloopperiode
mag u niet langer dan 5 minuten achtereen
met volgas varen.
22
BEDIENING
VÓÓR HET STARTEN VAN DE MOTOR
GEÏNTEGREERDE BRANDSTOFTANK
1. Controleer of de motor in het water hangt.
2. Draai de ventilatieschroef op de tankdop
linksom om de beluchting te openen.
3. Draai de brandstofkraan naar links.
AANWIJZING:
Wanneer u de brandstofkraan naar links draait,
stroomt brandstof uit de geïntegreerde tank.
4. Neem de brandstofslang van de losse tank
los van de aansluiting op de motor (indien u
een losse brandstoftank gebruikt).
Installeer de brandstofaansluitingsdop 1 op
de brandstofaansluiting.
Advertenties
Inhoudsopgave
