LET OP
Als gemorste benzine op gelakte oppervlak-
ken niet wordt verwijderd, kan dit een vlek of
verkleuring veroorzaken.
Veeg gemorste benzine meteen weg met een
zachte doek enz.
AANWIJZING:
Bij gebruik van de ingebouwde brandstoftank
maakt u de brandstofslang van de losse brand-
stoftank los van de brandstofaansluiting aan de
motorkant. Als u dit nalaat, kan de brandstof
niet naar behoren toestromen uit de ingebou-
wde tank.
5. Controleer of de motor in de neutraalstand
staat.
NEUTRAAL
LET OP
De trekstarter kan niet bediend worden wan-
neer de motor in de versnelling staat. Wan-
neer u de trekstarter toch probeert te
gebruiken, kan deze worden beschadigd.
Zorg dat de motor in de neutraalstand staat
alvorens deze met de trekstarter te starten.
6. Het borgplaatje is op de plaats aangebracht
en het uiteinde van het noodstopschakel-
koord is aan uw lichaam vastgemaakt.
V WAARSCHUWING
Als het koord van de noodstopschakelaar niet
goed is vastgemaakt of als niet de vereiste
maatregelen zijn genomen om ervoor te zor-
gen dat de noodstopschakelaar werkt zoals
bedoeld, bestaat er kans op ernstig of fataal
letsel voor de bestuurder en de andere opva-
renden.
Neem altijd de volgende voorzorgsmaatrege-
len:
• Controleer of het koord van de noodstop-
schakelaar stevig aan de pols of aan een
geschikte plaats van de kleding (broekriem
enz.) van de bestuurder is vastgemaakt.
• Controleer of er geen belemmeringen of
beperkingen zijn voor het gebruik van de
noodstopschakelaar.
• Wees voorzichtig dat u niet aan het koord
van de noodstopschakelaar trekt of het
borgplaatje
lostrekt
gebruik. De motor zal anders plotseling
stoppen waardoor de opvarenden door het
wegvallen van de beweging naar voren
onverwachts naar voren worden geslingerd.
tijdens
normaal
23