BELANGRIJK • Voordat u de buitenboordmotor de eerste maal gebruikt, dient u dit instructie- V WAARSCHUWING/ V VOORZICHTIG/ boekje zorgvuldig door te lezen. Zorg dat LET OP/AANWIJZING u op de hoogte bent van alle voorzienin- gen van de buitenboordmotor en de vei- Lees deze handleiding aandachtig door en volg ligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Pagina 3
VOORWOORD • Breng geen modificaties aan en verwijder ook geen standaarduitrusting van de bui- Dank u voor het feit dat uw keuze is gevallen op tenboordmotor. Dit kan de buitenboordmo- een buitenboordmotor van Suzuki. Lees deze tor onveilig maken. handleiding aandachtig door en herhaal dit •...
INHOUD STORINGZOEKEN......87 WATERSCHADE ......... 91 PLAATS VAN HET SPECIFICATIES........92 IDENTIFICATIENUMMER....5 INFORMATIE BETREFFENDE DE BRANDSTOF EN OLIE ......5 EU-VOORSCHRIFTEN ....... 92 PLAATS VAN DE VEILIGHEIDSLABELS......8 PLAATS VAN DE ONDERDELEN ..9 SUZUKI SLEUTELVRIJ STARTSY- STEEM (INDIEN UITGERUST MET ..
PLAATS VAN HET Suzuki adviseert met klem alcoholvrije onge- lode brandstof met een octaangetal van mini- IDENTIFICATIENUMMER maal 91 (RON) te gebruiken. Het is echter toegestaan om, met inachtneming van de Het model- en identificatienummer zijn ingesla- onderstaande richtlijnen, gebruik te maken van gen op het plaatje dat zich op de ophangsteun benzine/alcoholmengsels waarvan het octaan- van de motor bevindt.
Pagina 6
Gebruik de aanbevolen benzine die voldoet aan LET OP de volgende specificaties. Brandstof die alcohol bevat kan de lak beschadigen, wat niet onder de garantie valt van de Beperkte garantie voor een nieuwe bui- tenboordmotor. Wees voorzichtig dat u tijdens het bijvullen van brandstof met alcohol geen brandstof Vermelding van benzine/alcoholmengsels morst.
Pagina 7
MOTOROLIE STAARTSTUKOLIE Suzuki beveelt het gebruik van SUZUKI OUT- BOARD MOTOR GEAR OIL aan. Als deze niet LET OP verkrijgbaar is, kunt u SAE 90 hypoïde staart- stukolie gebruiken met een classificatie van GL- Gebruik van motorolie van inferieure kwaliteit 5 onder het API-classificatiesysteem.
PLAATS VAN DE VEILIGHEIDSLABELS Lees alle veiligheidslabels op uw buitenboord- Laat de labels op de buitenboordmotor en de motor en de brandstoftank en volg de instruc- brandstoftank zitten. Verwijder ze onder geen ties nauwkeurig. Raadpleeg uw dealer als u beding. niet helemaal begrijpt wat er wordt bedoeld.
SUZUKI SLEUTELVRIJ AANWIJZING: Neem contact op met een Suzuki Marine dealer STARTSYSTEEM voor het inbouwen van het sleutelvrij startsy- (INDIEN UITGERUST MET HET SLEUTEL- steem. VRIJ STARTSYSTEEM) Raadpleeg ook de “Handleiding van het sleutel- V WAARSCHUWING vrij startsysteem” die bij het product wordt gele- verd voor gedetailleerde informatie betreffende de bediening.
Pagina 12
AANWIJZING: AANWIJZING: De afstandsbediening valt in de categorie van • De conformiteitsmarkering mag NIET worden elektronische apparatuur die niet gebruikt mag verwijderd of veranderd. worden aan boord van een vliegtuig. • In één sleutelvrijfunctie-regeleenheid kun- nen maximaal zes (6) afstandsbedieningen LET OP worden geregistreerd.
V VOORZICHTIG Omschakelen van de communicatiemo- dus van de afstandsbediening Houd de vergrendeltoets 1 op de afstandsbe- • Er is explosiegevaar als de batterij wordt diening langer dan één seconde ingedrukt om vervangen door een onjuist type. de afstandsbediening beurtelings in en uit te Vervang de batterij alleen met hetzelfde of schakelen.
Pagina 14
Aanwijzingen voor vervangen van de batterij 3. Steek een platte schroevendraaier in de van de afstandsbediening: gleuf bij de markering op de houder om 1. Steek een platte schroevendraaier in de de batterij te verwijderen. gleuf van de afstandsbediening en verwijder het dekseltje.
WERKING VAN HET Indien niet uitgerust met het sleutelvrij startsy- steem: KANTELSYSTEEM V WAARSCHUWING ELEKTRISCHE TRIM- EN KANTELVER- STELLING (ETK) De elektrische trim- en kantelschakelaar (PTT) Deze motoren zijn uitgerust met een elektrische kan per ongeluk geactiveerd worden wanneer kantelverstelling. De verstelling omhoog vindt het contact uit staat, met letsel tot gevolg.
V VOORZICHTIG 4. DF140B: Blijf de elektrische trim- en “OMLAAG”-kan- telknop indrukken totdat de trimstangen De motor is erg zwaar. Wanneer u de motor helemaal zijn ingeschoven. met de hand kantelt, kunt u rugletsel oplopen of uitglijden en vallen met verwondingen tot gevolg.
METER (OPTIONEEL) LET OP MULTIFUNCTIONELE METER Als de hevel voor de kantelvergrendeling wordt gebruikt terwijl de boot niet is aange- meerd of op andere wijze stil ligt, kunnen er Deze meter is een multifunctionele meter die beschadigingen worden veroorzaakt. via digitale communicatie met de motor allerlei informatie toont.
FUNCTIES VAN DE TOETSEN SCHERMKEUZE De multifunctionele meter heeft vier toetsen: De multifunctionele meter kan een scherm naar [MENU], [ ], [ ] en [SET]. keuze weergeven uit de volgende moge- lijkheden. • Motortoerental • Vaarsnelheid/brandstofinformatie • Brandstofinformatie • Alle-onderdelen-weergavescherm (Full Item) Kiezen van het weergavescherm: Druk op de [SET]-toets en kies het gewenste weergavescherm.
Pagina 19
1. Motortoerental-weergavescherm 3. Brandstofinformatie-weergavescherm Het motortoerental 1, schakelstand 2, Dit scherm toont het resterende brandstof- trimstand 3, tijd 4, motorstand 5 en subin- peil in elke geïnstalleerde tank, samen met formatie 6 worden weergegeven. de subinformatie. De subinformatie-weergave kan worden De subinformatie-weergave kan worden omgeschakeld door op de [ ] of [...
AANWIJZING: Digitaal Houd de [ ] of [ ]-toets ingedrukt om de reistijd, reisafstand, gemiddeld brandstofver- bruik en totaal brandstofverbruik gelijktijdig terug te stellen in de subinformatie. Alle andere onderdelen worden ook gelijktijdig terugge- steld, in aanvulling op het getoonde onderdeel. 1.
Pagina 21
4. Accuspanning/koelwatertemperatuur 8. Gemiddeld brandstofverbruik De koelwatertemperatuur en de accuspan- Dit scherm toont het totale gemiddelde ning worden getoond. brandstofverbruik van alle geïnstalleerde buitenboordmotoren. 5. Huidige brandstofstroom Dit scherm toont de huidige brandstofstroom 9. Totaal verbruikte brandstof van elke buitenboordmotor. Dit scherm toont de totaalverbruikte brand- stof van alle geïnstalleerde buitenboordmo- toren.
IEZEN VAN DE MENU-INFORMATIE Day or Night (Dag of Nacht) Het menuscherm wordt getoond wanneer op de Druk op de [ ] of [ ]-toets om “Day or Night” MENU-toets wordt gedrukt terwijl er een (Dag of Nacht) te selecteren. Selecteer vervol- scherm wordt weergegeven.
Pagina 23
2. Auto Trim (Automatisch trimmen) AANWIJZING: • “ A” wordt niet weergegeven als de trimposi- Hiermee kunt u de Auto Trim-modus instellen. Zet de buitenboordmotor in de stand helemaal tie niet wordt weergegeven op het scherm omlaag getrimd. Selecteer met de [ ] of [ van de multifunctionele meter.
Pagina 24
(Zie de paragrafen WAARSCHUWINGSSY- STEEM en DIAGNOSESYSTEEM.) Display Data Output (Gegevensuitvoer) Tacho AANWIJZING: Speed & Fuel Voor details betreffende de behandeling van de Fuel ON OFF multifunctionele meter wordt u verwezen naar de “BEDIENINGSHANDLEIDING” die bij de meter wordt geleverd. Druk op de [ ] of [ ]-toets om “Data Output”...
Pagina 25
6. Keyless (Sleutelvrij) Hiermee kunt u het wachtwoord van het sleu- Device List CAN 2 telvrije startsysteem weergeven. U kunt het wachtwoord ook wijzigen. 34200-96L41 (1) Als u de afstandsbediening heeft 33920-98L20 • Zorg dat de afstandsbediening binnen het 33920-98L20 communicatiebereik van het sleutelvrije 34200-96L40 startsysteem is.
Pagina 26
Nadat u alle 6 cijfers heeft ingevoerd en op de [SET]-toets heeft gedrukt, wordt het wacht- Language woord weergegeven. (2) Als u geen afstandsbediening heeft English Voer uw wachtwoord in wanneer het sleutel- Français vrije startsysteem opstart; u kunt het binnen Español 1 minuut na ontgrendeling wijzigen.
Pagina 27
Quantity (Hoeveelheid): Instelling voor de Time (Tijd) brandstofeenheid. Instelling voor de tijdsaanduiding. Druk op de [SET]-toets om de eenheid te selec- Clock (Klok): Instelling voor wel/geen weergave teren. van de klok. Druk op de [SET]-toets om “ON” of “OFF” te selecteren.
Pagina 28
ALARM AANWIJZING: De alarmen maken de gebruiker attent op een Als “Timezone” niet wordt getoond, controleer bedrijfstoestand die actie vereist. Als een alarm dan de aansluiting van de GPS-ontvanger. geactiveerd wordt, zal het meterscherm meteen Als er geen GPS-ontvanger is aangesloten, het waarschuwingsbericht en het storingspicto- wordt “--:--”op het scherm aangegeven.
WAARSCHUWINGSSY- LET OP STEEM Als het waarschuwingssysteem niet juist De waarschuwingssystemen zijn ontworpen om werkt, is het mogelijk dat u niet attent wordt u op de hoogte te stellen van situaties die ern- gemaakt op een toestand die schade aan uw stige motorschade kunnen veroorzaken.
Pagina 30
Hierna zal de monitor/toerenteller weer terug- keren naar de uitgangspositie en een waar- schuwingssignaal geven omstandigheden daartoe aanleiding geven. LET OP Als het waarschuwingssysteem niet juist werkt, wordt u mogelijk niet attent gemaakt op een toestand die kan resulteren in beschadi- ging van uw buitenboordmotor.
Pagina 31
TOERENTALBEGRENZING Indien uitgerust met monitor/toerenteller: Het systeem begrenst het toerental als het Zodra het begrenzingssysteem in werking is maximum toerental gedurende meer dan 10 getreden gaat het rode lampje “REV LIMIT” seconden overschreden wordt. branden. Het maximum toerental wordt auto- matisch naar een toerental van ongeveer 3.000 Indien uitgerust met een multifunctionele meter: omw/min afgeregeld.
Pagina 32
Indien uitgerust met monitor/toerenteller: LET OP Als dit systeem geactiveerd wordt, gaat het rode lampje “OIL” branden en geeft de zoemer Gebruik van de motor terwijl het waarschu- een serie pieptonen. wingssysteem voor de oliedruk is geacti- veerd, resulteren ernstige beschadiging van de motor.
WAARSCHUWINGSSYSTEEM KOELING Het systeem wordt geactiveerd als de motor te heet wordt. Als dit systeem tijdens het rijden geactiveerd wordt, verlaag dan onmiddellijk het motortoe- rental. AANWIJZING: Het waarschuwingssysteem voor oververhitting kan geen hoge temperatuur in de verbrandings- kamer waarnemen die bijvoorbeeld wordt ver- oorzaakt door een defect van het oliesysteem, 2.
CHECK THERMOSTAAT ALARMSYSTEEM 4. Indien uitgerust met een multifunctionele (INDIEN UITGERUST MET EEN meter: MULTIFUNCTIONELE METER) Controleer (A) of er water uit de controle- wateruitlaat komt en (B) of “Overheat” niet Dit ALARMSYSTEEM wordt geactiveerd als de meer op het scherm wordt weergegeven. thermostaat kapot is en de motortemperatuur Houd er rekening mee dat “Overheat”...
Pagina 35
WAARSCHUWINGSSYSTEEM ACCUSPAN- V WAARSCHUWING NING Dit systeem wordt geactiveerd zodra de accus- Wanneer u niet de vereiste voorzorgsmaatre- panning zo laag wordt dat het functioneren van gelen neemt bij controle of onderhoud van de de motor in gevaar komt. accu, kan er een gevaarlijke situatie ontstaan. Indien uitgerust met een multifunctionele meter: Voer geen controle of onderhoud van de Als dit systeem geactiveerd wordt, verschijnen...
WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR DE METERCOMMUNICATIE Dit systeem wordt geactiveerd wanneer er een communicatiefout van de meter optreedt. Als dit systeem geactiveerd wordt, verschijnt “Check Gauge C.” (Controleer metercommuni- catie) op het scherm. Controleer of de bedieningshendel naar vooruit of achteruit is geschakeld en de gashendel vol- ledig gesloten is.
WAARSCHUWINGSSY- AANWIJZING: • Als het bericht “Check Keyless FOB” (Con- STEEM VOOR SLEUTEL- troleer afstandsbediening) wordt weerge- VRIJ STARTSYSTEEM geven, controleer dan het volgende: (INDIEN UITGERUST MET HET – De afstandsbediening is binnen het bereik SLEUTELVRIJ STARTSYSTEEM) van de sleutelvrijfunctie-regeleenheid. –...
DIAGNOSESYSTEEM AANWIJZING: Als dit systeem geactiveerd wordt, vervang dan de batterij van de afstandsbediening. (Zie de Zodra er een afwijking in het signaal van de paragraaf VERVANGEN VAN DE BATTERIJ sensor optreedt wordt dit door de regeleenheid VAN DE AFSTANDSBEDIENING.) geconstateerd.
HERINNERINGSSY- De storing kan aan de hand van het aantal knipperingen van het waarschuwingslampje STEEM VÓÓR OLIE VER- vastgesteld worden. VERSEN Het geluid van de zoemer dat hoorbaar wordt zodra het diagnosesysteem in werking treedt, kan worden uitgezet door de contactsleutel in te Dit systeem maakt de gebruiker erop attent dat drukken.
SYSTEEM-ACTIVERING 1. Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- Indien uitgerust met een multifunctionele meter: steem: Als de motor het geprogrammeerde aantal Houd de motorschakelaar 1 gedurende bedrijfsuren heeft bereikt, verschijnt “Change meer dan twee seconden ingedrukt om in te Oil” (Olie verversen) op het scherm en klinkt de schakelen.
MOTORAFSLAGWAAR- 4. Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- steem: SCHUWINGSSYSTEEM Houd de motorschakelaar 1 gedurende meer dan twee seconden ingedrukt om uit te Dit systeem waarschuwt de gebruiker wanneer schakelen. de motor tijdens gebruik afslaat. Wanneer de motor om enige reden afslaat, AANWIJZING: klinkt er driemaal een waarschuwingstoon.
PLAATSEN VAN DE Indien uitgerust met monitor/toerenteller: Wanneer dit systeem in werking treedt, gaat het MOTOR rode REV-LIMIT lampje knipperen ongeacht in welke positie de versnelling staat en maakt de V WAARSCHUWING zoemer een drievoudige pieptonen in het geval de koppeling in vrijstand staat. Overbelast uw boot nooit want dit is gevaar- lijk.
PLAATSEN VAN DE ACCU PLAATSEN VAN DE ACCU V WAARSCHUWING VEREISTEN VOOR DE ACCU Gebruik geen diepe-cyclusaccu’s en gelaccu’s voor het starten van motoren. Als u de accu in de buurt van de brandstof- Gebruik een 12 volt-loodzuurstartaccu die aan tank plaatst, kan een vonk van de accu de de onderstaande vereisten voldoet.
Pagina 44
SUBACCUKABEL Sluit eerst de rode kabel van de motor aan op De subaccukabel 1 wordt gebruikt om span- de pluspool van de accu en sluit daarna de ning naar het motorregelsysteem te voeren. In zwarte kabel van de motor aan op de minpool het midden van de kabel is een 15 A zekering van de accu.
PLAATSEN VAN DE SCHROEF CONTROLE VÓÓR HET VAREN V WAARSCHUWING V WAARSCHUWING Nalatigheid betreffende de juiste voorzorgs- maatregelen bij het monteren of verwijderen van de schroef kan resulteren in ernstig letsel. Het is gevaarlijk als u de boot en motor niet inspecteert voordat u aan een tocht begint.
Pagina 47
2. Trek de peilstok uit de houder en veeg hem Bijvullen van motorolie: af met een schone doek. 1. Verwijder de vuldop. 2. Vul de motor bij met de voorgeschreven soort olie totdat het peil zich bij het bovenste merkteken op de peilstok bevindt. AANWIJZING: Vervang de olie als deze vervuild of sterk ver- kleurd is (zie CONTROLE EN ONDERHOUD/...
INLOOPPERIODE • Controleer of de noodstopschakelaar juist werkt. Het juiste gebruik van de motor gedurende de • Controleer of er geen obstakel voor de inloopperiode is van essentieel belang voor de waterinlaatopening is. levensduur en de prestaties. Laat de motor inlo- pen volgens de onderstaande richtlijnen.
WERKING AANWIJZING: U mag meer gas geven om de boot te laten pla- neren. Ga daarna terug naar de aanbevolen MOTORSCHAKELAAR (OPTIONEEL) gasklepstand. Gebruik deze schakelaar indien uitgerust met het sleutelvrij startsysteem. 2. Volgende uur: • Druk kort op de motorschakelaar om de Laat de motor belast met 4.000 omw/min of motor te starten en te stoppen.
VÓÓR HET STARTEN VAN DE MOTOR 5. Controleer of de motor in de neutraalstand 1. Controleer of de motor in het water hangt. staat. 2. Controleer of de brandstofslang goed is aan- gesloten op de motor en de tank. Brandstofslang 6.
MOTOR STARTEN V WAARSCHUWING V WAARSCHUWING Als het koord van de noodstopschakelaar niet goed is vastgemaakt of als niet de vereiste Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een maatregelen zijn genomen om ervoor te zor- gevaarlijk gas dat nauwelijks waarneembaar gen dat de noodstopschakelaar werkt zoals is omdat het kleurloos en reukloos is.
Pagina 52
2. (1) Controleer of de communicatiemodus 3. Laat de motor 5 minuten warmdraaien. van de afstandsbediening aan staat (zie de paragraaf “Overschakelen naar de LET OP communicatiemodus van de afstandsbe- diening”.) Controleer of de afstandsbedie- Gebruik van de motor met hoogtoerental of ning binnen het communicatiebereik van “volgas”...
Pagina 53
3. Draai de contactsleutel in de stand “ON”. LET OP 4. Draai de contactsleutel in de stand “START”. Nadat u de contactsleutel vanuit de stand Gebruik van de motor met hoogtoerental of “START” naar de stand “ON” hebt terugge- “volgas” meteennadat de motor is gestarten- zet, zal de startmotor 4 seconden blijven zonderdatdezevoldoende is opgewarmd, kan- draaien totdat de motor aanslaat.
Pagina 54
Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- 3. Voer het wachtwoord van 6 cijfers in. steem: Selecteer met de [ ] of [ ]-toets voor elk cijfer de waarde. NOODSTART Druk op de [SET]-toets om naar het vol- Als de afstandsbediening niet kan worden gende cijfer te gaan.
SCHAKEL- EN SNELHEIDSREGELING Starten van de motor: 5. Controleer of de motor in de neutraalstand LET OP staat. De motor kan ernstig worden beschadigd als (a) het toerental niet is teruggekeerd naar sta- tionair en de snelheid van de boot is vermin- derd voordat van de vooruitstand naar de achteruitstand of omgekeerd wordt gescha- keld, of (b) er niet goed wordt opgelet wanneer...
Zet de bedieningshendel in stand A zoals in de Snelheidsregeling afbeelding is aangegeven om de vooruit in te Om de snelheid te verhogen nadat u in de ver- schakelen. snelling hebt geschakeld, blijft u de bedienings- handgreep naar voren of achteren bewegen. Zet de bedieningshendel in stand B zoals in de V WAARSCHUWING afbeelding is aangegeven om de achteruit in te...
Pagina 57
V WAARSCHUWING Indien niet uitgerust met het sleutelvrij startsy- steem: Om de motor af te zetten: Onbevoegd gebruik van de boot kan resulte- 1. Schakel in de “VRIJ”-stand. ren in een ongeluk of beschadiging van de 2. Als de motor op volle toeren heeft gedraaid, boot.
Pagina 58
AFMEREN V WAARSCHUWING Kantel de motor uit het water als de boot wordt afgemeerd in ondiep water of als de motor lan- Onbevoegd gebruik van de boot kan resulte- gere tijd niet wordt gebruikt. Dit voorkomt ren in een ongeluk of beschadiging van de schade aan de motor door obstakels bij laag boot.
MULTIFUNCTIONELE METER Overschakelen naar de TROLL-modus Houd de [MENU]-toets ingedrukt tijdens cruis- ing op Trolling-snelheid (minimale snelheid), en hierdoor wordt overgeschakeld naar de TROLL- modus. Voor de Trolling-snelheid kan het gewenste motortoerental worden ingesteld en behouden binnen het bereik van 700 omw/min tot 1.200 omw/min met gebruik van de [ ]- of [ toets.
Pagina 60
Voorbeeld van de weergave van de troll-modus AANWIJZING: op de multifunctionele meter die de troll-modus • Dit systeem werkt pas juist wanneer de motor kan bedienen. de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt. • Als de [MENU]-toets ingedrukt wordt gehou- den terwijl de bedieningshendel in neutraal staat, zal de modus niet overschakelen de TROLL-modus.
Pagina 61
AANWIJZING: “UP” schakelaar • Wanneer op de [ ]-toets wordt gedrukt ter- wijl de ondergrens van de trolsnelheid van TROLL MODE alle motoren is bereikt, zal het motortoerental niet veranderen en klinken er drie lange piep- tonen. • Wanneer op de [ ]-toets wordt gedrukt ter- wijl de bovengrens van de trolsnelheid van alle motoren is bereikt, zal het motortoerental...
Indien uitgerust met een multifunctionele Instellen van de trolsnelheid: meter: • Wanneer op de “UP” kant van de schakelaar Het multifunctionele scherm schakelt over wordt gedrukt, klinkt er één korte pieptoon en naar het specifieke scherm van de TROLL- wordt het toerental met 50 omw/min ver- modus en wordt weergegeven op hoogd.
VAREN BIJ EEN TEMPERATUUR ONDER V WAARSCHUWING Wanneer de buitenboordmotor gebruikt wordt Wanneer de motor verder dan de maximale bij een buitentemperatuur onder nul, dient het trimstand wordt gekanteld, heeft de draai- staartstuk te allen tijde in het water te blijven steun niet de zijwaartse ondersteuning van de hangen.
AFSTELLEN Voor een goede koersvastheid en goede pres- taties is het belangrijk dat de trimhoek steeds overeenkomt met de positie die in de afbeelding AFSTELLING VAN DE TRIMHOEK is aangegeven. De trimhoek is afhankelijk van de boot, de motor, de schroef en de bedrijfsom- V WAARSCHUWING standigheden.
AFSTELLEN VAN DE TRIMPLAAT LET OP De afstelling van de trimplaat is essentieel voor de rechtuitstabiliteit van de boot. De boot is Als u met de boot vaart terwijl de motor voor- namelijk als gevolg van het reactiekoppel van bij de maximale trimstand staat, kunnen de de schroef en door onjuiste plaatsing van de waterinlaten boven het water liggen met ern- motor geneigd naar stuur- of bakboord te trek-...
AFSTELLEN VAN DE BEDIENINGS- ANNULEREN VAN DE INSTELLING VOOR KRACHT VAN DE GASHENDEL DE BOVENSTE KANTELGRENS De bedieningskracht van de schakel/gashen- 1. Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- del kan naar wens afgesteld worden. Draai de steem: knop A rechtsom om de kracht te vergroten. Houd de motorschakelaar 1 gedurende Draai de knop A linksom om de kracht te ver- meer dan twee seconden ingedrukt om in te...
4. Gebruik de alleen-gas functie van de 1. Druk op de “UP” kant van de ETK-schake- afstandsbediening en beweeg de opwarm- laar totdat de optimale bovenste kantelgrens hendel totdat de waarschuwingszoemer voor de boot is verkregen. eenmaal klinkt. 2. Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- steem: Schakel het sleutelvrij startsysteem in.
VERWIJDEREN EN VER- (3) Trek het uiteinde 2 van de afvoerslang naar buiten. VOEREN VAN DE MOTOR (4) Draai de aftapschroef 3 van de dampaf- scheider los en vang de brandstof op in een VERWIJDEREN VAN DE MOTOR geschikte bak. We raden u aan het verwijderen van de motor over te laten aan uw erkende Suzuki-dealer.
Pagina 69
3. Leg de motor op een zachte ondergrond met LET OP de onderzijde naar beneden, zie afbeelding. Als het staartstuk van uw buitenboordmotor hoger is dan het motorgedeelte tijdens ver- voer of opslag, kan er water in het motorge- deelte terechtkomen met beschadiging van de motor tot gevolg.
TRANSPORT Laat de motor in de normale gebruiksstand staan als deze op de boot gemonteerd vervoerd wordt. Kantel de motor alleen als er niet genoeg bodemvrijheid voor de motor aanwezig is. Ondersteun de motor in dit geval zoals in de afbeelding is aangegeven.
CONTROLE EN ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA V WAARSCHUWING Het is belangrijk om uw buitenboordmotor regelmatig te controleren en onderhoud te ple- gen. Tijdens elke beurt dienen de aangegeven Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een gevaarlijk gas dat nauwelijks waarneembaar onderhoudshandelingen uitgevoerd te worden. is omdat het kleurloos en reukloos is. Het Het tijdsinterval tussen twee onderhoudsbeur- inademen van koolmonoxide kan zeer gevaar- ten wordt bepaald door het aantal bedrijfsuren...
Pagina 72
V WAARSCHUWING • Veelvuldig ploseling versnellen en vertra- • Veelvuldig schakelen Verkeerd onderhoud of niet uitvoeren van het Nalatigheid in het verrichten van regelmatig voorgeschreven onderhoud kan gevaarlijk onderhoud kan leiden tot schade. zijn. Slecht onderhoud of gebrek aan onder- houd vergroot de kans op een ongeluk of Neem contact op met een officiële Suzuki beschadiging van de uitrusting.
Pagina 73
BOUGIE Een normaal functionerende bougie heeft een 1. Verwijder de bescherming van de brandstof- lichtbruine kleur. Neem contact op met uw offi- slang 1. ciële Suzuki-dealer als de bougie niet geschikt blijkt voor de motor. 2. Verwijder de bout waarmee de bobine bevestigd is.
BRANDSTOF- EN VENTILATIESLANG Reinig de bougies en stel ze af aan het einde Controleer de brandstof- en de ventilatieslang van elk gegeven tijdsinterval. De bougie kan op lekkage, scheuren, zwellingen en andere dan steeds een krachtige vonk blijven leveren. beschadigingen. Een beschadigde slang dient Verwijder de koolafzetting op de elektrodes met vervangen te worden.
Pagina 75
MOTOROLIE V WAARSCHUWING Voer geen MOTOROLIE werkzaamheden uit wanneer de motor draait, want dit kan resulte- ren in ernstig letsel. De motor moet uitgezet zijn voordat u begint met MOTOROLIE werkzaamheden. 3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. V WAARSCHUWING V VOORZICHTIG Motorolie is gevaarlijk voor mensen en huis- dieren.
Pagina 76
STAARTSTUKOLIE 6. Vul de motor tot het maximum niveau met de voorgeschreven soort olie. V WAARSCHUWING Inhoud: 5,5 L Motorolie: Zie het hoofdstuk MOTOROLIE in Staartstukolie is gevaarlijk voor mensen en deze handleiding. huisdieren. Herhaaldelijk en langdurig contact met afgewerkte staartstukolie kan huidkanker 7.
Pagina 77
LAGEDRUK BRANDSTOFFILTER AANWIJZING: Het lagedruk brandstoffilter moet een perio- Om onvoldoende inspuiting van tandwielolie te dieke vervanging door een bevoegde Suzuki voorkomen, moet u het tandwieloliepeil contro- Marine Dealer ondergaan. leren 10 minuten nadau u de procedure in stap Laat het lagedruk brandstoffilter elke 400 4 hebt uitgevoerd.
Pagina 78
3. Verwijder de bescherming van de brandstof- slang 1. 7. Laat de brandstof en het water in het filterre- servoir in een geschikte bak lopen. LET OP LET OP Als gemorste benzine op gelakte oppervlak- Bij verkeerd losmaken van het filterreservoir ken terechtkomt en niet wordt verwijderd, kan kan de sensorkabel worden beschadigd.
Pagina 79
AANWIJZING: 1. Controleer of de motor gestopt is. Als er water in het reservoir van het brandstoffil- 2. Schakel de stroom uit en trek het slotplaatje ter is, moet u het reservoir verwijderen en het van de noodstopschakelaar eruit. water weg laten lopen. Voer overtollige brand- 3.
Pagina 80
6. Inspecteer de behuizingsdop 1, de onder- ste behuizing 2, het filter 3, de O-ring 4, 5 en de bovenste behuizing 6 op beschad- igingen. Vervang ze als ze beschadigd zijn. 7. Reinig het filter 3. 8. Breng water met zeep aan op de O-ring 5. 9.
Pagina 81
: Waterbestendig vet van mariene kwaliteit (gebruik een vetspuit om de smeernippel te smeren) Verbindingen met Kantelbuis gasklep-/schakelstangen Trimstang-vangblok Kantelbuis (DF140B) DF100C/115B alleen hekbalk alleen hekbalk alleen hekbalk “L” “L” Schroefas Stuursteun IMP311020023-02...
Deze draden en de aansluitingen moeten periodiek gecontroleerd worden op beschadiging. DF100C/115B LET OP Als de anodes niet goed worden onderhou- den, worden de aluminium oppervlakken onder water (zoals het staartstuk) aangetast door galvanische correctie, met beschadiging tot gevolg.
Pagina 83
ACCU MOTOROLIEFILTER Het niveau van het accuzuur moet zich altijd Het motoroliefilter moet een periodieke vervan- tussen MIN en MAX bevinden. Vul alleen ging door een bevoegde Suzuki Marine Dealer gedestilleerd water bij tot aan het niveau MAX ondergaan. als het niveau beneden MIN staat. Vervang het motoroliefilter door een nieuw filter na de eerste 20 gebruiksuren (of na 1 maand).
SPOELEN VAN DE WATER- LET OP KANALEN Als de motor wordt gestart zonder dat er water Na het varen in modderig, brak of zout water naar het koelsysteem wordt gevoerd, kan de moeten de waterkanalen met zoet water wor- motor binnen een tijdsbestek van slechts 15 den gespoeld en moet de buitenzijde van de seconden zwaar beschadigd raken.
Pagina 85
BIJ NIET-DRAAIENDE MOTOR 4. Draai de kraan voldoende ver open. Spoel – motor verticaal de motor gedurende ongeveer vijf minuten 1. Zet de motor af en laat deze afkoelen. door. 2. Verwijder een van de pluggen A of C uit de 5.
OPSLAG LET OP OPSLAG VAN DE MOTOR Als de motor wordt gestart zonder dat er water Laat de motor bij uw officiële Suzuki-dealer naar het koelsysteem wordt gevoerd, kan de opslagklaar maken als u gedurende een lange motor binnen een tijdsbestek van slechts 15 periode geen gebruik maakt van de boot (bij- seconden zwaar beschadigd raken.
IN GEBRUIK NEMEN STORINGZOEKEN NA OPSLAG In dit deel worden een aantal oorzaken aange- geven van de meest voorkomende storingen. Volg de onderstaande procedure voordat de motor na opslag weer in gebruik kan worden LET OP genomen. 1. Reinig de bougies grondig of vervang ze indien nodig.
Pagina 88
• Elektrische bedrading is niet aangesloten. Motor trilt hevig: • Schroef is beschadigd. Motor draait onregelmatig stationair of • Bevestigingsbouten of klemschroeven van slaat af: motor zitten los. • Vuile bougie. • Brandstofslang zit geknikt of klem. Het sleutelvrij startsysteem wordt niet •...
Pagina 89
ZEKERING 4. Verwijder de zekering van de subaccukabel. 1. Indien uitgerust met het sleutelvrij startsy- steem: Schakel het sleutelvrij startsysteem uit. Indien niet uitgerust met het sleutelvrij start- systeem: Draai het contactsleuteltje in de “uit” stand. 2. Verwijder de motorkap. 3.
Pagina 90
V WAARSCHUWING Zekering voor startmotorrelais: 30 A Zekering voor bobine/injector/ motorregelmodule: 30 A Als u een gesprongen zekering vervangt door Zekering voor IAC: 15 A een zekering met een ander amperage of door Zekering voor PTT-schakelaar: 15 A aluminiumfolie of een draadje, kan het elektri- Hogedruk-brandstofpomp: 15 A sche systeem ernstig worden beschadigd en Belastingszekering: 60 A...
Pagina 91
WATERSCHADE 7. Breng de motor naar uw officiële Suzukidea- ler en laat deze de motor zo snel mogelijk reviseren. Als de motor per ongeluk geheel onder water terecht komt, moet deze zo snel mogelijk gere- LET OP viseerd worden om roestvorming te voorkomen. Volg in een dergelijk geval de onderstaande procedure.