6.5
Kalibreren vacuümmethode
Intern testlek
Extern testlek
Het apparaat moet voor een optimale kalibratie minstens 20 minuten hebben
warmgedraaid.
Let op het aanbevolen testinterval van het gebruikte testlek!
Zie kwaliteitscertificaat: Testlek / proeflek.
In de vacuümmodus kan de kalibratie van de SmartTest met een intern of extern
testlek uitgevoerd worden. De interne kalibratie is alleen mogelijk bij massa 4.
De kalibratie met het interne testlek kan op twee manieren uitgevoerd worden (zie
ook hoofdstuk 6.4.5):
•
Automatisch intern:
Dit dient voor de kalibratie met het interne testlek zonder volume bij de
testaansluiting. Hiervoor moet de testaansluiting voorzien worden van een
blinde flens.
Handmatig intern:
•
Dit dient voor de kalibratie met het interne testlek met volume bij de
testaansluiting.
De bevestiging van een stabiel meetsignaal met de softkey "Signaal stabiel" is
nodig.
Bij testlek: extern (zie hoofdstuk 6.4.5) verschijnt het bevel:
Abb. 6-65 Externe kalibratie (external calibration)
Abb. 6-66
•
Is de weergegeven waarde gelijk aan de
waarde op het typeplaatje van het testlek?
(verander de instelling wanneer dit niet
het geval is, zie hoofdstuk 6.4.5)
•
Sluit het testlek aan.
•
Het ventiel van het testlek moet open zijn.
•
Bevestig dit met OK.
85