6.4.4.4.4 Relais
64
Selecteer
Configuratie
Gebruikersinstellingen
(setup
user settings
Abb. 6-36 Relais weergave van de instelling "Relais" op het display
Met Relais kunnen de twee uitgangs-relais onafhankelijk van elkaar ingesteld
worden.
Parameter
Instellingen
1)
Uit
Start
Stop
START / STOP
Gereed (ready)
Relais 1
en
Drempelwaarde
Relais 2
(setpoint)
Aan
Waarschuwingsgrens LR
(warning limit LR)
Druk drempelw.
(pressure setpoint)
1) De instellingen uit en aan zijn zeer geschikt om de externe relaisschakeling te
controleren. Aansluitingen zie bijlage.
Interfaces
interfaces
relay)
Verklaring
(off)
Relais is altijd uitgeschakeld.
Relais trekt aan wanneer ventiel V2 opent
en neemt af wanneer ventiel V2 sluit
(→ Afbeelding
Relais trekt aan wanneer ventiel V6 opent
en neemt af wanneer ventiel V6 sluit
(→ Afbeelding
Relais trekt aan bij START en neemt af bij
STOP.
Relais trekt aan bij meten.
Relais trekt aan wanneer de uitstrooms-
nelheid boven de drempelwaarde uitkomt
en neemt af wanneer deze 10% onder de
drempelwaarde valt (→ Hoofdstuk
6.4.4.3).
1)
(on)
Relais is altijd ingeschakeld.
Relais trekt aan wanneer de
uitstroomsnelheid boven de
waarschuwingsgrens uitkomt.
(→ Hoofdstuk 6.4.4.3).
Relais trekt aan wanneer de druk in de
externe meetbuis groter is dan de
bijbehorende drempelwaarde.
(→ Hoofdstuk 6.4.4.4.2).
Relais
Abb.
3-2).
Abb.
3-2).