Dalende achtergrond
Absolute meting
24
Abb. 3-4 Dalende achtergrond
1
Ruw signaal
2
opgeslagen waarde
3
weergegeven uitstroomsnelheid
Indien het ruwe signaal onder de opgeslagen achtergrondwaarde valt, wordt deze
automatisch aangepast aan het ruwe signaal (bijv. tussen tijdstip t1 en t2).
Zodra het ruwe signaal weer stijgt (bijv. bij tijdstip t2), blijft de opgeslagen
achtergrondwaarde constant. Stijgende signaalwaarden worden duidelijk als lek
weergegeven.
Het meten van zeer kleine uitstroomsnelheden wordt daardoor veel eenvoudiger.
Abb. 3-5 Absolute meting