Samenvatting van Inhoud voor Pfeiffer Vacuum SmartTest HLT 550
Pagina 1
SmartTest HLT 550 HLT 560 HLT 570 Handleiding...
Pagina 2
Productidentificatie Bij contact met Pfeiffer Vacuum dient u de informatie op het typeplaatje aan te geven. Neem daarom de informatie op het voorbeeld over. Abb. 0-1 Productidentificatie Geldigheid Dit document is geldig voor producten met het artikelnummer SmartTest PT L02 100...
Pagina 3
Inhoud Veiligheid Gebruikersinstructies 1.1.1 Gebruik van deze handleiding 1.1.2 Gebruikte symbolen Belangrijke veiligheidsvoorschriften 1.2.1 Gebruik volgens de voorschriften 1.2.2 Aansprakelijkheid en garantie 1.2.3 Personeel 1.2.4 Beperkingen Leveringsomvang Technische gegevens Algemeen Netaansluiting Omgevingscondities Meten Interfaces Voorvacuümpompen Turbopomp Beschrijving Meetsysteem Detectieprincipes Lekdetectiemethodes Testgassen Achtergrond-onderdrukking Bedieningselementen...
Pagina 4
6.2.3 Configuratie (setup) 6.2.4 Kalibratie 6.2.5 Meetmodus vacuüm / snuffelen Meten 6.3.1 Meting van een testitem 6.3.1.1 Vacuümmodus 6.3.1.2 Snuffelmodus 6.3.2 Weergave meetwaarden 6.3.3 Weergave-bereik 6.3.4 Volume Configuratie 6.4.1 Weergave 6.4.1.1 Contrast 6.4.1.2 Maateenheden 6.4.1.3 Datum & tijd 6.4.1.4 Weergavebereik 6.4.1.5 Onderste detectiegrens 6.4.1.6...
Pagina 5
6.4.7.3 Onderhoudsintervallen componenten 6.4.7.4 Onderhoudslijst 6.4.7.5 Service Kalibreren vacuümmethode Kalibreren snuffelmethode Meting van het interne testlek Storingen Foutmeldingen Waarschuwingen Netzekeringen vervangen Verwijdering Toebehoren en verbruiksgoederen Bijlage Afstandsbediening RC 500 WL Interfaces Lijst fabrieksinstellingen Pirani-grafiek Literatuuroverzicht Verklaring inzake besmetting Conformiteitsverklaring...
Pagina 7
Veiligheid Gebruikersinstructies 1.1.1 Gebruik van deze handleiding Dit hoofdstuk omschrijft de veiligheidsvoorschriften die bij het gebruik van de helium-lekdetector SmartTest met klem in acht dienen te worden genomen. Alle personen die aan en met de lekdetector werken, dienen voor de werkzaamheden de relevante hoofdstukken te lezen en te begrijpen.
Pagina 8
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 1.2.1 Gebruik volgens de voorschriften De helium-lekdetector SmartTest dient voor het meten en localiseren van kleine en minuscule lekkages bij componenten en onderdelen en tevens bij instrumenten en installaties. Deze is zowel geschikt voor onderdruk-lekdetectie (vacuümmethode met of zonder deelstroombedrijf) en ook voor overdruk-lekdetectie (snuffelmethode).
Pagina 9
Waarschuwing De helium-lekdetector SmartTest mag niet bediend worden in stilstaand of onder stromend of druppelend water. Hetzelfde geldt voor alle andere soorten vloeistoffen. Vermijd contact tussen de SmartTest en basen, zuren en oplosmiddelen en extreme klimaatomstandigheden. Met de SmartTest mogen geen corrosieve procesgassen gepompt worden. Bij het niet in acht nemen van deze instructies kan geen aanspraak worden gemaakt op de garantie.
Pagina 10
Controleer de lekdetector regelmatig op externe schade en pleeg onderhoud volgens de voorschriften. 1.2.2 Aansprakelijkheid en garantie Pfeiffer Vacuum is niet verantwoordelijk, kan geen garantie verstrekken en kan niet aansprakelijk worden gesteld indien de bediener of een derde persoon • het product niet volgens de voorschriften gebruikt •...
Pagina 11
Om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan de SmartTest lekdetector moet de desbetreffende persoon deelgenomen hebben aan een training door een medewerker van Pfeiffer Vacuum of door een ervaren verantwoordelijke van de exploitant van de installatie. (Voor meer informatie zie onderhoudshandleiding IG 0108 BEN.)
Pagina 12
Verzending voor reparatiedoeleinden Waarschuwing Producten die voor onderhoud of reparatie naar Pfeiffer Vacuum opgestuurd worden, moeten vrij zijn van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Producten die radioactief, toxisch, bijtend of microbiologisch besmet zijn, mogen niet opgestuurd worden.
Pagina 13
Reserveonderdelen Bij reparaties mogen alleen originele reserveonderdelen gebruikt worden. Zie onderhoudshandleiding IG 0108 BEN. Leveringsomvang De volgende onderdelen worden met het apparaat uitgeleverd: – Basisapparaat HLT 5xx / SmartTest – Power-Subcon; relais-stekker – Kap voor Power-Subcon; relais-stekker – Connector: Ventilatie- snuffelaansluiting –...
Pagina 15
Technische gegevens Algemeen Afmetingen 550×460×304 mm (L×B×H) 44 kg HLT 560, HLT 570 34 kg HLT 550 Gewicht ca. 150 kg HLT 565/572/575 met wagen en pomp Max. toegestane versnelling in actieve 1 G (horizontaal) modus Testaansluiting DN 25 ISO-KF Koellucht Inlaat Onder, met stoffilter...
Pagina 16
Relatieve vochtigheid max. 80% tot +31 °C, afnemend tot 50% bij +35 °C Gebruik Alleen binnen, hoogte tot 2000 m NN Geluidsniveau <70 dB/A (volgens IEC-standaard) Meten Bedrijfsmodi Vacuüm / snuffelen ≤3 minuten (aanlooptijd pomp) Gereed voor gebruik ≤18 mbar (op korte termijn tot 25 mbar) Inlaatdruk Filament 2 (iridium yttriated)
Pagina 17
Zie bijlage voor pinbezetting en gedetailleerde gegevens. Voorvacuümpompen HLT 550 Door klant aan te leveren HLT 560 Pfeiffer Vacuum UNO 005 A Eentraps draaischuifpomp, oliedicht Zuigvermogen 4 m³/h bij 50 Hz, 5 m³/h bij 60 Hz HLT570 Pfeiffer Vacuum MVP 035...
Pagina 18
Turbopomp Pfeiffer Vacuum TMH 071 Turbopomp, met tussenafzuiging Zuigvermogen voor N 60 l/s...
Pagina 19
Beschrijving De helium-lekdetector SmartTest is een microprocessorgestuurde lekdetector. Alle processen in het apparaat worden automatisch aangestuurd. Abb. 3-1 Testaansluiting KF25-verbinding met de aansluiting van testobjecten Achterkant Achterkant met netaansluiting, interfaces, aansluiting voor afstandsbediening, snuffelsonde en ventilatie Bedieningspaneel apparaat Weergave- en besturingseenheid Luidspreker Opening behuizing voor luidsprekersignaal Opening luchtinlaat...
Pagina 20
Meetsysteem Het meetsysteem bestaat in principe uit de volgende componenten: • een testaansluiting (test) • een voorvacuümpomp (PM1) • een turbopomp (TPM deel A en B) • eigen ventielen (V1 ... V6) • een heliumsensor (He) • een intern testlek (test leak) •...
Pagina 21
Detectieprincipes Tegenstroom Het testitem staat via ventiel V2 in verbinding met de voorvacuümpomp. Bij een druk p2 ≤ 15 mbar wordt ventiel V1 naar de turbopomp geopend. Helium kan tegen de pomprichting in door de beide deelpompen A en B de heliumsensor bereiken. Door het massa-afhankelijke compressievermogen van de beide deelpompen worden zware gassen tegengehouden.
Pagina 22
Bij de modus met de snuffelsonde wordt een constante gasstroom uit de buitenlucht aangezogen. Het heliumaandeel in de lucht (5,2 ppm) leidt tot een uitstroomsnelheid van ca. 1×10 mbar l/s, die door de ZERO-functie geëlimineerd kan worden. Om het lek te detecteren, wordt de snuffelsonde aangebracht op eventuele lekken in het testitem, dat onder helium-overdruk staat.
Pagina 23
Achtergrond-onderdrukking Afhankelijk van de meetvoorwaarden (bijv. hoger heliumaandeel in de omgevingslucht) kan het achtergrondsignaal stijgen. Het achtergrondsignaal kan onderdrukt worden om kleine uitstroomsnelheden, ondanks een hoge achtergrond, goed te kunnen meten. De achtergrond-onderdrukking kan geblokkeerd of bij elke START automatisch geactiveerd worden.
Pagina 24
Dalende achtergrond Abb. 3-4 Dalende achtergrond Ruw signaal opgeslagen waarde weergegeven uitstroomsnelheid Indien het ruwe signaal onder de opgeslagen achtergrondwaarde valt, wordt deze automatisch aangepast aan het ruwe signaal (bijv. tussen tijdstip t1 en t2). Zodra het ruwe signaal weer stijgt (bijv. bij tijdstip t2), blijft de opgeslagen achtergrondwaarde constant.
Pagina 25
weergegeven uitstroomsnelheid Ruw signaal Wanneer u het ruwe signaal (inclusief achtergrond) wilt zien, drukt u ca. 3 s op de toets ZERO. De opgeslagen waarde wordt op nul gezet (bijv. bij tijdstip t3), het achtergrondsignaal wordt nu ook weergegeven. Zero-constant-functie Abb.
Pagina 26
Bedieningselementen Bedieningspaneel apparaat Het bedieningspaneel is het weergave-, bedienings- en besturingsonderdeel voor de lekdetector. Abb. 4-1 Functies van de toetsen op het display Toets START/STOP Met START-STOP wordt de meetprocedure gestart en gestopt. Toets ZERO ZERO activeert de achtergrond-onderdrukking in de meetmodus. Wanneer de toets langer dan 3 seconden ingedrukt wordt, zal de achtergrond-onderdrukking gedeactiveerd worden.
Pagina 27
Inbedrijfstelling Plaatsing, montage Zie hoofdstuk "Technische gegevens" (hoofdstuk 2) voor informatie m.b.t. de toegestane omgevingstemperatuur, beschermingsklasse, spanningen, de max. versnelling van het apparaat in actief bedrijf etc. Ondanks een goede demping en trillingsisolatie van de mechanische pompen in de SmartTest kunnen eventuele vibraties van het apparaat niet volledig uitgesloten worden.
Pagina 28
Bewaar deze schroeven. Bij transport dienen de schroeven weer geplaatst te worden. Externe voorvacuümpomp monteren SmartTest HLT 550 De externe voorvacuümpomp wordt met de aansluitflens DN 25 ISO-KF aangesloten. Deze bevindt zich op de bodem van het apparaat. Overige SmartTest-...
Pagina 29
Toebehoren monteren 5.3.1 Snuffelsonde Sluit voor de snuffelmodus de snuffelsonde aan zoals afgebeeld. Abb. 5-2 Aansluitingen voor de snuffelsonde Input / output Aansluiting afstandsbediening Elektrische aansluiting voor snuffelsonde Gasaansluitingvoor snuffelsonde of beluchtingsleiding (slangnippel ø 6/4 mm) Uitlaataansluiting (¼" snelkoppeling voor slang ø 8/6 mm) Voor de vacuümmodus moet de snuffelsonde leeggezogen zijn, omdat de aansluiting voor de beluchting gebruikt wordt.
Pagina 30
5.3.3 Bypass-optie De 25-polige D-sub-stekker van de bypass-optie wordt op aansluiting 1 (input/ output) aangesloten. Zie ook bijlage. 5.3.4 Signaltower De 25-polige D-sub-stekker van de signaltower wordt op aansluiting 1 (input/ output) aangesloten. Zie ook bijlage. 5.3.5 Uitlaatleiding Gevaar Voorzichtig: Uitlaatgassen en dampen Uitlaatgassen en dampen van oliedichte pompen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
Pagina 31
Bediening In- en uitschakelen Controleer of alle kabels en onderdelen correct geinstalleerd zijn en of de "Technische gegevens" nageleefd worden". De netschakelaar bevindt zich achter op de behuizing. Schakel het apparaat in. Het apparaat kan op elk moment en in elke status uitgeschakeld worden. De actuele instellingen blijven opgeslagen.
Pagina 32
Na het inschakelen wordt de naam van het apparaat weergegeven - het apparaat voert een ingebouwde test uit. Abb. 6-2 Display SmartTest Na de ingebouwde test wordt de melding "Pfeiffer-Vacuum; SmartTest" weergegeven. Voor de meest accurate metingen of voor het kalibreren moet de SmartTest ten minste 30 minuten warmdraaien.
Pagina 33
Opstart-details Met de softkey “Details” schakelt u naar het menu Opstart details (Run-up Details) met • de actuele voorvacuümdruk • het toerental van de turbopomp • de stroomopname van de turbopomp • de status van de emissie • het actieve filament (kathode) Abb.
Pagina 34
Bij een druk op de softkey "TMP beluchten" (vent TMP) wordt de TMP automatisch uitgeschakeld en de lekdetector wacht tot de TMP-frequentie kleiner is dan 150Hz. Abb. 6-6 TMP beluchten 2 Vervolgens wordt de TMP 10 seconden belucht. TMP belucht Abb.
Pagina 35
Startklaar Abb. 6-8 Startklaar (ready to start) Het apparaat geeft nu de volgende parameters weer: Modus Bedrijfsmodus (vacuüm- of snuffelen) Massa Gastype (He4, He3, H2) Filter Filtersysteem (zonder, dynamisch, statisch) Last CF Datum en kalibratiefactor van de laatste kalibratie van Twin- Flow hoog (Twin-Flow laag bij het snuffelen).
Pagina 36
6.2.1 Regeneratie Selecteer Startklaar Regeneratie (ready to start regeneratie) De regeneratie is een automatische start-stop-cyclus voor de opbouw van een verhoogde helium-achtergrond. De functie kan alleen bij de instelling "Beluchten met STOP" (venting: with stop) succesvol gestart worden. De regeneratie kan in het algemeen met de STOP-toets, of speciaal in het menu "Regeneratie"...
Pagina 37
6.2.4 Kalibratie Deze functie wordt alleen weergegeven wanneer de kalibratie via Gebruikersrechten (access control) al vrij werd gegeven. (zie hoofdstuk 6.4.2.3). Selecteer Startklaar (ready to start) Kalibratie (calibration) Deze optie brengt de kalibratieprocedure op gang. Zie hoofdstuk of 6.6. 6.2.5 Meetmodus vacuüm / snuffelen Deze functie wordt alleen weergegeven wanneer het software-menu niet met een PIN-code beveiligd is (zie hoofdstuk 6.4.2.1).
Pagina 38
Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Vacuüm Vacuümmodus Modus (mode) Snuffelen (sniffing) Snuffelmodus (2 amu) detecteerbaar gas H Massa (mass) H (3 amu) detecteerbaar gas He (4 amu) detecteerbaar gas Uitstroomsnelheid wordt met een Factor door de gebruiker gedefinieerde 1E-6 … 1E+6 Factor factor omgerekend.
Pagina 39
Meten 6.3.1 Meting van een testitem Het apparaat is gereed voor lekdetectie, zodra Startklaar weergegeven wordt: • Selecteer de gewenste meetmodus Modus: Vacuüm of snuffelen • Controleer of de parameters die in het startmenu weergegeven worden, kloppen. 6.3.1.1 Vacuümmodus Gevaar Gevaar voor letsel door zuigende inlaat-flens.
Pagina 40
6.3.1.2 Snuffelmodus Voorzie de testaansluiting van een blinde flens en sluit de optionele snuffelsonde LP 5xx aan conform hoofdstuk 5.3.1. Druk op de toets „START / STOP“ op het bedieningspaneel om de meetprocedure te starten. In het display van de meetwaarden zou een uitstroomsnelheid van < 5x10 mbarl/ s (helium-aandeel van de lucht) moeten verschijnen.
Pagina 41
Weergave meetwaarden 6.3.2 Na het bereiken van de meetdruk, verschijnen de meetwaarden met de laatst gebruikte weergavemodus in het display: • analoog/digitaal met balkweergave en grote getallen of • grafisch als functie van de meettijd of • Met de softkey rechtsonder kan geschakeld worden tussen de analoge/digitale weergave en de grafische weergave.
Pagina 42
6.3.3 Weergave-bereik Het meetbereik kunt u met de toetsen “+” en “-” selecteren. Verschijnt alleen wanneer in het menu Weergavebereik (display range) (zie hoofdstuk 6.4.1.4) de optie Bereik-handmatig (range-manual) geselecteerd werd. Bij automatische bereikselectie in het menu Weergavebereik (display range), bij selectie van de optie Bereik-automatisch (range-automatic), wordt het meetbereik onmiddellijk weer aangepast aan het meetresultaat zodat deze altijd binnen het weergavebereik ligt.
Pagina 43
Abb. 6-15 Weergave van de instelling "Weergave" (view) op het display • Selecteer de gewenste optie met de softkeys rechts en links van het beeldscherm.
Pagina 44
6.4.1.1 Contrast Selecteer Configuratie Weergave Contrast (setup view contrast) Abb. 6-16 Weergave van de instelling "Contrast" (contrast) op het display • Selecteer de gewenste optie met de softkeys rechts en links van het beeldscherm. • De waarden kunnen aangepast worden met de toetsen “+” en “-”. Door de toets lang in te drukken, loopt de parameterwaarde automatisch verder.
Pagina 45
6.4.1.2 Maateenheden Selecteer Configuratie Weergave Maateenheden (setup view units) Abb. 6-17 Weergave van de instelling "Maateenheden" (units) op het display Waardebereik Optie Beschrijving (min. / max.) mbar * l/s Pa*m Torr*l/s sccm sccs uitstroomsnelheid (leak rate) atm*cc/s (kan alleen in de modus "Snuffelen" geselecteerd worden) (kan alleen in de modus "Snuffelen"...
Pagina 46
6.4.1.3 Datum & tijd Selecteer Configuratie Weergave Datum & Tijd (setup view time & date) Abb. 6-18 Weergave van de instelling "Datum & Tijd" (time & date) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Datum: Dag 1 - 31 Datum bijv.
Pagina 47
6.4.1.4 Weergavebereik Selecteer Configuratie Weergave Weergavebereik (setup view display range) Abb. 6-19 Weergave van de instelling "Bereik" (range) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Schaalaanduiding lineair Weergave lineair (scale) Weergave logaritmisch dec. 2 … 9 Aantal decades bij log. weergave automatisch automatische selectie meetbereik Bereik...
Pagina 48
6.4.1.5 Onderste detectiegrens Selecteer Configuratie Weergave Weergavegrens (setup view display Limit) Abb. 6-20 Weergave van de instelling "Onderste weergavegrens" (lower display limit) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Deze instelling begrenst in de Onderste Bij eenheid mbar*l/s: meetmodus de weergave van de weergavegrens 1E-12 mbar*l/s...
Pagina 49
Noteer in ieder geval de ingevoerde PIN-code. Wanneer u een foute PIN-code ingevoerd heeft, verschijnt de melding "Foute PIN-code!" (wrong PIN). Neemt u contact op met Pfeiffer Vacuum indien u uw PIN-code vergeten bent. Abb. 6-23 Menu PIN-code aanpassen (change menu PIN)
Pagina 50
Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Nieuwe PIN-code 0000 - 9999 Nieuwe menu-PIN-code Nieuwe PIN-code Nieuwe menu-PIN-code (herhaling 0000 - 9999 (bevestiging) ter bevestiging) 6.4.2.2 PIN-code apparaten aanpassen Selecteer Configuratie Gebruikersrechten PIN-code apparaten aanpassen (setup access control change device PIN) Beperkt / toegang tot gebruik van de lekdetector De toegang tot de lekdetector kan door de invoer of aanpassing van het persoonlijke identificatienummer (de PIN-code) beperkt worden.
Pagina 51
6.4.2.3 Kalibratie vrijgeven Selecteer Configuratie Gebruikersrechten Kalibratie vrijgeven (setup access control calibration enabled) Geeft toestemming de kalibratie van het apparaat door te voeren. Abb. 6-25 Weergave van de instelling "Kalibratie vrijgeven" (enable calibration) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) De kalibratie kan via het menu Kalibratie “Startklaar“...
Pagina 52
6.4.2.4 Onderhoud vrijgeven Selecteer Configuratie Gebruikersrechten Onderhoud vrijgeven (setup access control enable maintenance) Verdeelt toegangrechten voor het onderhoudsmenu en het beluchten van de TMP voor de vervanging van het smeermiddelreservoir. Abb. 6-26 Onderhoud vrijgeven (maintenance enabled) Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) De menupagina Onderhoud &...
Pagina 53
6.4.3 Taal Selecteer Configuratie Taal (setup language) Abb. 6-27 Weergave van de instelling "Taal" (language) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Engels Bedieningstaal Engels Duits Bedieningstaal Duits Frans Bedieningstaal Frans Taal language) Spaans Bedieningstaal Spaans Chinese Bedieningstaal Chinese Russian Bedieningstaal Russian 6.4.4...
Pagina 54
6.4.4.1 Modus & Massa Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Modus & Massa (Setup User settings Mode & Mass) Abb. 6-29 Weergave van de instelling "Modus & Masss" (Mode & mass) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) Vacuüm Vacuümmodus Modus (mode) Snuffelen Snuffelmodus...
Pagina 55
Voorbeeld We meten met testgas helium 4 en willen de uitstroomsnelheid voor lucht weergeven: Massa He LR lucht LR He ¥ LR He ¥ LR He ¥ 0 372 ---------------------------------- - ------------------- Massa lucht 28 964 Met Factor uitstroomsnelheid lucht wordt de uitstroomsnelheid vergeleken met de massa van het testgas (4, 3 of 2) en omgerekend naar een equivalente uitstroomsnelheid voor lucht met moleculaire voorwaarden.
Pagina 56
6.4.4.2 Filter & Zero Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Filter & Zero (setup user settings filter & zero) Abb. 6-30 Weergave van de instelling "Filter & Zero" (filter & zero) op het display Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante (min. / max.) dynamisch Filter uitstroomsnelheden met dynamische (dynamic)
Pagina 57
Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante (min. / max.) Bij START wordt de interne achtergrond afgetrokken. De interne achtergrond wordt veroorzaakt door het restgas (bijv. helium) dat nog niet weggepompt werd. De bronnen voor het restgas zijn lucht of geabsorbeerde gassen van de binnenkant van de lekdetector.
Pagina 58
6.4.4.3 Alarm Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Alarm (setup user settings alarm) Abb. 6-31 akoestisch alarm (alarm) Gevaar Het gehoor kan door het alarm-signaal beschadigd raken. Het alarm-niveau van de SmartTest kan 85dB(A) overschrijden. Korte tijd de alarm-signalen uitzetten of gehoorbescherming gebruiken. Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante...
Pagina 59
Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante (min. / max.) Er wordt geen toon afgegeven wanneer de uitstroomsnelheid kleiner is dan de waarschuwingsgrens. Er wordt een aanhoudende toon afgegeven wanneer de uitstroomsnelheid groter is dan de waarschuwingsgrens. Een toon met een frequentie die proportioneel is Setpoint met de uitstroomsnelheid, wordt afgegeven zodra 0 min / 4,5 min...
Pagina 60
6.4.4.4 Interfaces Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces. (setup user settings interfaces) Interfaces (interfaces) geeft toegang tot de weergegeven submenu's. Abb. 6-32 Interfaces (interfaces) 6.4.4.4.1 Analoge uitgang Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Analoge uitgang (setup user settings interfaces analog output) Abb. 6-33...
Pagina 61
Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante (min. / max.) Kanaal 1 is uitgeschakeld (0 V). Druk p2 De inlaatdruk P2 wordt op kanaal 1 weergegeven (pressure p2) (zie Pirani-grafiek in de bijlage). Druk p1 De voorvacuümdruk P1 wordt op kanaal 1 (pressure p1) weergegeven (zie Pirani-grafiek in de bijlage).
Pagina 62
6.4.4.4.2 Compact Gauge Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Compact Gauge (setup user settings interfaces compact gauge) Abb. 6-34 compact gauge) Meetbuis ( Optie Waardebereik Beschrijving met variabele tijdconstante (min. / max.) 0,1 mbar 1 mbar Volle slag 10 mbar (full 100 mbar deflection) Stel de uitslagwaarde (F.S.) in volgens het 1000 mbar...
Pagina 63
6.4.4.4.3 Besturing Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Besturing (setup user settings interfaces control location) Abb. 6-35 Weergave van de instelling "Besturing" (control location) op het display Optie Waardebereik Beschrijving (min. / max.) De SmartTest wordt via de toetsen Lokaal START, STOP en ZERO aangestuurd.
Pagina 64
6.4.4.4.4 Relais Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Relais (setup user settings interfaces relay) Abb. 6-36 Relais weergave van de instelling "Relais" op het display Met Relais kunnen de twee uitgangs-relais onafhankelijk van elkaar ingesteld worden. Parameter Instellingen Verklaring (off) Relais is altijd uitgeschakeld. Relais trekt aan wanneer ventiel V2 opent Start en neemt af wanneer ventiel V2 sluit...
Pagina 65
6.4.4.4.5 Seriële interface Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Seriële interface (setup user settings interfaces serial port) Abb. 6-37 Seriële interface (serial port) Optie Waardebereik Beschrijving Keuze of de RS232 of de RS485 gebruikt Interface (interface) RS232 / RS485 moeten worden. Het interface-protocol van de HLT2xx. Dit protocol moet alleen in applicaties gebruikt worden waarbij de SmartTest een HLT2xx vervangt.
Pagina 66
6.4.4.4.6 Bypass-optie Deze optie is alleen mogelijk wanneer een bypass-ventiel aangesloten is. Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Interfaces Bypass optie (setup user settings interfaces bypass option) Abb. 6-38 Weergave van de instelling "Bypass optie" op het display • Selecteer de gewenste optie met de softkeys rechts en links van het beeldscherm.
Pagina 67
6.4.4.5 Parameter laden / opslaan Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Parameter laden / opslaan (setup user settings parameter save / load) Abb. 6-39 Parameter laden / opslaan (parameter save / load) 6.4.4.5.1 Laden PARA set 1 / 2 Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Parameter laden / opslaan Laden PARA set 1 / 2 (setup user settings...
Pagina 68
6.4.4.5.2 Fabrieksinstellingen laden Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Parameter laden / opslaan Fabrieksinstellingen laden (setup user settings parameter save / load load factory settings) Abb. 6-41 Fabrieksinstellingen laden (load factory settings) Zie bijlage voor lijst met fabrieksinstellingen. 6.4.4.5.3 Opslaan PARA set 1 / 2 Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen...
Pagina 69
6.4.4.6 Controle Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle (setup user settings monitoring functions) Abb. 6-43 Controle (monitoring functions) 6.4.4.6.1 Doorstroming Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Doorstroming (setup user settings monitoring functions flow) Abb. 6-44 Optie Waardebereik Verklaring (min. / max.) De waarschuwing "Doorstroming te laag" Doorstroming min (flow too low) verschijnt wanneer deze 1…40 sccm...
Pagina 70
De flow control heeft alleen betrekking op de snuffelmodus (modus: snuffel) en dient ter controle van de snuffelsonde. Indien het menu tijdens de meting wordt opgeroepen, wordt de actuele doorstroming ook weergegeven. 6.4.4.6.2 Bescherming tegen besmetting Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Bescherming tegen besmetting (setup...
Pagina 71
6.4.4.6.3 Volume & Beep Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Volume & Beep (setup user settings monitoring functions volume & beep) Abb. 6-46 Volume & Beep (volume & beep) Optie Waardebereik Verklaring (min. / max.) Het minimale volume kan niet onderschreden worden. Daardoor Minimale volume wordt voorkomen, dat het volume 0…15...
Pagina 72
6.4.4.6.4 Ventielen Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Ventielen (setup user settings monitoring functions valves) Abb. 6-47 Weergave van de instelling "Ventielen" (valves) op het display Optie Waardebereik Verklaring (min. / max.) vrijgegeven vrijgegeven (released) Twin-Flow hoog geblokkeerd geblokkeerd (locked) (Twin-Flow high) 0,01 …...
Pagina 73
6.4.4.6.5 Evacuatie & Beluchten Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Evacuatie & Beluchten (setup user settings monitoring functions evacuation time & vent) Abb. 6-48 Weergave van de instelling "Evacuatietijd & Beluchten" (evacuation time & vent) op het display Optie Waardebereik Verklaring (min. / max.) Indien het testitem een grof lek vertoont, kan deze niet zo snel leeggepompt worden dan wanneer...
Pagina 74
Met "Beluchten: nee" of "Beluchten: handmatig" wordt voorkomen dat een vacuümapparaat dat aangesloten is op de testaansluiting tijdens bediening per ongeluk belucht wordt Bij de instelling "Beluchten: nee" kan de testaansluiting alleen via een verandering van de instelling in het menu "Evacueren & Beluchten" belucht worden.
Pagina 75
6.4.4.6.6 Kalibratiebevel Selecteer Configuratie Gebruikersinstellingen Controle Kalibratiebevel (setup user settings monitoring functions calibration request) Abb. 6-50 Weergave van de instelling "Kalibratiebevel" (calibration request) op het display Optie Beschrijving Het bevel tot kalibratie wordt gegeven wanneer er na inschakeling 30 minuten verstreken zijn of wanneer de temperatuur in de lekdetector sinds de laatste kalibratie meer dan 5°C veranderd is.
Pagina 76
6.4.5 Kalibratieinstellingen Selecteer Configuratie Kalibratieinstellingen (setup calibration settings) In deze parametergroep worden instellingen voor het kalibreren, maar niet de kalibratie zelf aangepast. Abb. 6-51 Kalibratieinstellingen (calibration settings) Waardebereik Optie Beschrijving (min. / max.) De eenheid voor de testlekwaarde. Bij intern Eenheid (unit) bijv.
Pagina 77
6.4.6 Informatie Selecteer Configuratie Informatie (setup information) Abb. 6-52 Menu „Informatie“ 6.4.6.1 Instellingen Selecteer Configuratie Informatie Instellingen (setup info settings) Abb. 6-53 Menu "Instellingen" (settings)
Pagina 78
6.4.6.2 Systeemgegevens Selecteer Configuratie Informatie Systeemgegevens weergeven (setup info system data) Abb. 6-54 6.4.6.3 Vacuümschema Selecteer Configuratie Informatie Vacuümschema (setup info vacuum system) Abb. 6-55...
Pagina 79
6.4.6.4 Foutenlijst Selecteer Configuratie Informatie Foutenlijst (setup info error list) Abb. 6-56 6.4.6.5 Kalibratielijst Selecteer Configuratie Informatie Kalibratielijst (setup info calibration history) Abb. 6-57...
Pagina 80
6.4.6.6 Paging function afstandsbediening RC 500 WL Selecteer Configuratie Informatie Paging function (setup info Paging function) Abb. 6-58 Paging function De afstandsbediening RC 500 WL is, net als het bedieningspaneel, een weergave-, bedienings- en besturingsapparaat voor de lekdetector. afstandsbediening RC 500 WL De "Beep"-tonen op de kunnen in- of uitgeschakeld worden („On“, „Off“).
Pagina 81
6.4.7 Onderhoud en Service Selecteer Configuratie Onderhoud & Service (setup maintenance & service) Abb. 6-59 Onderhoud & Service (maintenance & service) Het menu "Onderhoud" kan alleen opgeroepen worden wanneer het onderhoud via "Configuratie Gebruikersrechten Onderhoud vrijgeven" (setup - access control - enable maintenance) is toegestaan.
Pagina 82
6.4.7.2 Burn-In Selecteer Configuratie Onderhoud & Service Burn-In (setup maintenance & service burn-in) De "Burn-in" is een automatische start-stop - cyclus. De functie kan alleen bij de instelling "Beluchten: met STOP" (venting: with stop) succesvol gestart worden. Zie hoofdstuk 6.4.4.6.5. Een actieve "Burn-in"...
Pagina 83
6.4.7.3 Onderhoudsintervallen componenten Selecteer Configuratie Onderhoud & Service Onderhoudsintervallen componenten (setup maintenance & service maintenance interval components) Abb. 6-62 Onder "Onderhoudsintervallen componenten" (maintenance interval components) worden de actuele bedrijfsuren van de componenten voorpomp, turbopomp en ionenbron sinds het laatste onderhoud weergegeven. Na onderhoudswerkzaamheden kan de desbetreffende intervalteller door de selectie van de desbetreffende component gereset worden.
Pagina 84
6.4.7.4 Onderhoudslijst Selecteer Configuratie Onderhoud & Service Onderhoudslijst (setup maintenance & service maintenance list) Abb. 6-63 Onder "Onderhoudsintervallijst weergeven" (show list of maintenance intervals) worden datum/tijd van het onderhoud en de bedrijfsuren van de afzonderlijke componenten sinds het vorige onderhoud weergegeven. 6.4.7.5 Service Selecteer Configuratie...
Pagina 85
Kalibreren vacuümmethode Het apparaat moet voor een optimale kalibratie minstens 20 minuten hebben warmgedraaid. Let op het aanbevolen testinterval van het gebruikte testlek! Zie kwaliteitscertificaat: Testlek / proeflek. In de vacuümmodus kan de kalibratie van de SmartTest met een intern of extern testlek uitgevoerd worden.
Pagina 86
test leak Deelstroomvolgorde: Bij aansluiting van de SmartTest op een vacuümsysteem met een eigen pomp moet test het testlek aangesloten worden op het vessel desbetreffende testreservoir. SmartTest Abb. 6-67 Kalibratieverloop De kalibratie doorloopt de volgende sequentie: Abb. 6-68 Leegpompen (pumping down) Abb.
Pagina 87
Abb. 6-71 volgende stap van de automatische kalibratie Abb. 6-72 volgende stap van de automatische kalibratie Abb. 6-73 volgende stap van de automatische kalibratie Bij kalibratie met een extern testlek verschijnt alleen het bevel: "Sluit het testlek" (please close test leak) Abb.
Pagina 88
“Opslaan” (save) om de nieuwe kalibratiewaarden op te slaan • niet accepteert, drukt u op “Afbreken” (escape) om de oude waarden te behouden. Indien na meerdere pogingen de gebruikelijke waarden bereikt kunnen worden, dient u contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Pfeiffer Vacuum-servicepunt.
Pagina 89
Kalibreren snuffelmethode Het apparaat moet voor een optimale kalibratie minstens 30 minuten hebben warmgedraaid. Let op het aanbevolen testinterval van het gebruikte testlek! Zie kwaliteitscertificaat: Testlek / proeflek. Druk op “Kalibratie” in het menu Startklaar om de kalibratie te starten. Het volgende bevel verschijnt: Abb.
Pagina 90
Abb. 6-83 De stabiliteit van het signaal moet met de softkey "OK" bevestigd worden. Abb. 6-84 volgende stap van de automatische kalibratie Abb. 6-85 volgende stap van de automatische kalibratie Het volgende bevel verschijnt: Abb. 6-86 Bevel: Lucht snuffelen (sniff air) •...
Pagina 91
“Opslaan” (save) om de nieuwe kalibratiewaarden op te slaan • niet accepteert, drukt u op “Afbreken” (escape) om de oude waarden te behouden. Indien na meerdere pogingen de gebruikelijke waarden bereikt kunnen worden, dient u contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Pfeiffer Vacuum-servicepunt.
Pagina 92
Meting van het interne testlek Deze functie is alleen beschikbaar in de vacuümmodus met massa 4. Na het opstarten van het apparaat verandert de weergave naar Startklaar! Abb. 6-89 Startklaar (ready to start) De softkey “Intern testlek controleren” (check internal test leak) opent het submenu: Abb.
Pagina 93
Met een druk op de "Start"-toets begint het leegpompen en de testlekmeting. Abb. 6-92 Meting van het interne testlek Naast de weergave van de gemeten testlekwaarde bevindt zich in het display ook de ingestelde waarde van het interne testlek: bijv.: TL: 8,6x10 mbarl/s.
Pagina 94
Storingen Storingen worden weergegeven met waarschuwingen en foutmeldingen. Waarschuwingen duiden op problemen, metingen zijn normaal gesproken ook nog mogelijk. Bij foutmeldingen zijn metingen niet meer mogelijk. Waarschuwingen en foutmeldingen worden gesignaliseerd met een alarmtoon, waarbij de frequentie alle 400 ms wisselt tussen 500Hz en 1200Hz. Bovendien wordt een van de volgende meldingen weergegeven: Foutmeldingen Foutmeldingen nr.
Pagina 95
Foutmeldingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol Anode-kathodespanning is groter dan U > 130 V. Anode-/kathode- E126 spanning is te hoog! • MSV is defect. Anode-kathodespanning is kleiner dan U < 30 V. Anode-kathode- E127 • Zekering F4 MSV kaart defect spanning is te laag! •...
Pagina 96
Foutmeldingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol De emissie wordt tijdens het normale bedrijf van de lekdetector uitgeschakeld wanneer de druk • in CF bij p2 > (drukdrempel CF + 5mbar) of E149 Emissie uit (p2 te hoog) •...
Pagina 97
Foutmeldingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol TMP verbinding tussen TC 110 en SplitFlow 80 foutief TMP verbinding TC met • Controleer de correcte montage van TC 110 op SplitFlow E008 de pomp foutief (E008)! • TC 110 foutief TMP controller TC 110 wordt als foutief gedetecteerd.
Pagina 98
Waarschuwingen Waarschuwingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol W167 TMP fout onbekende fout Real-timeklok werd • Accu op MC 68 bedieningspaneel leeg of defect W101 W064 teruggezet! Voer de • MC 68 werd vervangen datum en tijd in. Het automatische kalibratiebevel is geactiveerd en aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: •...
Pagina 99
Waarschuwingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol • Service interval 5000 uur bereikt • Service voorpomp uitvoeren • Service SplitFlow 80 uitvoeren Service-interval is Na het bevestigen van deze waarschuwing blijft er in het menu W107 W090 afgelopen! "Startklaar", zie hoofdstuk 6.2., een gevarendriehoek staan die...
Pagina 100
Waarschuwingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol De berekende kalibratiefactor ligt buiten het toegestane bereik (> 100). De oude factor blijft behouden. • Het testlek is defect of leeg. Kalibratiefactor te W126 W074 • De ingevoerde testlekwaarde voor het testlek is te groot. groot! •...
Pagina 101
Waarschuwingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol • Filament 2 defect Emissie van het W136 W078 filament 2 kan niet • Foutieve stekker of kabel van ionenbron. ingeschakeld worden! • MSV kaart defect. Het schrijfbevel van de MC 68 op de EEPROM werd niet bevestigd.
Pagina 102
Waarschuwingen nr. Weergegeven melding Beschrijving en mogelijke oplossing Pfeiffer- Display protocol De controlefunctie "bescherming tegen besmetting" is geactiveerd en er werd een uitstroomsnelheid gedetecteerd Uitstroomsnelheid te die boven de ingestelde grenswaarde ligt. hoog! Overschakeling W160 W086 naar standby-modus • Grof lek. om besmetting te •...
Pagina 103
Netzekeringen vervangen Gevaar Voorzichtig: Netspanning Niet correct beveiligde producten kunnen levensgevaarlijk zijn. Gebruik alleen zekeringen met de aangegeven waarden! Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Trek de netkabel eruit. Til het deksel van de zekeringhouder op en klap het open. Abb.
Pagina 104
Neem beide zekeringshouders eruit en vervang defecte zekeringen (10.0 AT, 250 V, Ø5 x 20 mm). Abb. 7-94 Plaats de zekeringshouders weer terug. Sluit het deksel. Sluit de netkabel weer aan.
Pagina 105
Verwijdering Gevaar Voorzichtig: Besmette onderdelen Besmette onderdelen kunnen schade aan de gezondheid en het milieu veroorzaken. Informeer voordat u met de werkzaamheden begint of er kans op contaminatie is. Neem bij omgang met besmette onderdelen de desbetreffende voorschriften en beschermingsmaatregelen in acht. Waarschuwing Voorzichtig: Gevaarlijke stoffen voor het milieu Producten of onderdelen (mechanische of elektrische componenten,...
Pagina 106
Toebehoren en verbruiksgoederen Basisapparaat Bestelnummer Filtermatten (5 stuks) B 8199 999 EG Wagen voor SmartTest, voorbereid voor voorpomp 230 V∼, 50 Hz PT 445 415 100 … 120 V∼, 50 … 60 Hz PT 445 416 Transportkoffer voor SmartTest PT 445.403 Beschermhoes voor de SmartTest PU-mat PT 445 404...
Pagina 107
Bypass-optie Bestelnummer met netkabel en schukostekker PT 445 410 -T met netkabel, UL PT 445.412 -T Signaltower Bestelnummer Signaltower (licht) groen / rood voor de optische lekweergave B 4681 891 KC Extern testlek Bestelnummer Gekalibreerd helium-vacuüm-testlek CT406 1…3x10 mbar l/s PT 445.406 CT 408 ≈...
Pagina 108
Bijlage Afstandsbediening RC 500 WL De afstandsbediening RC 500 WL is, net als het bedieningspaneel, een weergave-, bedienings- en besturingsapparaat voor de lekdetector. Bovendien kan de afstandsbediening meetgegevens opslaan. Tot 24 uur lang kunnen de gegevens continu geregistreerd worden. Dit heeft als voordeel dat de lekdetector over een afstand van meer dan 100 meter draadloos bediend kan worden.
Pagina 109
Toets START / STOP De meetprocedure van de lekdetector wordt met de START/STOP toets gestart en beëindigd. LED bedrijf De LED knippert tijdens het gebruik van de afstandsbediening. LED laden Deze LED signaliseert bij de draadloze afstandsbediening RC 500 WL het opladen van de geïntegreerde accu.
Pagina 110
GAUGE HEAD Signaal Identificatie DGND (0 V) Meetsignaal Meetsignaal Bescherming +24 V (zekering 0.8 A traag) Abb. 10-3 Compact-meetbuizen die gebruikt kunnen worden Lineaire meetbuizen Weergave Benaming meetbuizen Bedieningspan Compact Capacitance Gauges lineair CMR 261, CMR 262, CMR 263, CMR 264, CMR 271, CMR 272, CMR 273, CMR 274, CMR 275...
Pagina 111
INPUT / OUTPUT In- en uitgangssignalen, 25-polig, D-sub, connectoren Abb. 10-4 Abb. 10-2/2. Signaal Verklaring Analoge uitgang 0 … 10 V, Ri 3 Ω. Zie hoofdstuk 6.4.4.4.1. Canal 1 Analoge uitgang, gegevens zoals boven. Zie hoofdstuk Canal 2 6.4.4.4.1 Referentiepotentiaal van de analoge uitgang, galv. AGND gescheiden Audiouitgang (koptelefoon of aktivbox)
Pagina 112
Signaal Verklaring Actief wanneer SmartTest tijdens de kalibratie op een bevestiging wacht: interne kalibratie: - Factoren overnemen? Calibrate externe kalibratie: Acknowledge - Testlek geopend en signaal stabiel? - Testlek gesloten en signaal stabiel? - Factoren overnemen? Actief, wanneer bypass-ventiel geopend is Bypass Valve (Aansturing bypass-optie) Actief wanneer de alarm-drempelwaarde onderschreden...
Pagina 113
Signaltower Abb. 10-6 Signaltower Afstandsbediening Deze op afstand bedienbare interface is als seriële interface voor de besturing van de SmartTest uitgevoerd met een afstandsbediening. De afstandsbediening kan met een verbindingskabel met RJ45 stekker aangesloten worden (afb. Abb. 10-1/5). De afstandsbediening is geen onderdeel van de normale levering van de SmartTest.
Pagina 114
Let erop dat u de stekker "RS485" niet verwisselt met de stekker "LP". Het apparaat werkt anders niet. Met de RS485-interface kunt u met twee leidingen tot 32 apparaten met elkaar verbinden waarbij nooit meer dan een apparaat tegelijkertijd mag verzenden. RS232 Aansluiting voor computer.
Pagina 115
Signaal Zero (LED rood) (LED groen) +24 V (zekering 0.8 A traag) Abb. 10-10 LED groen: Lekdetector is klaar om te meten. LED rood: Drempelwaarde is overschreden. Zie afb. Abb. 10-2/8. Lijst fabrieksinstellingen Reset naar ingestelde Inbegrepen in Parameter Ingestelde waarde waarden bij het parameterreek laden van de...
Pagina 116
Reset naar ingestelde Inbegrepen in Parameter Ingestelde waarde waarden bij het parameterreek laden van de fabrieksinstelling Filter uitstroomsnelheid dynamisch Zero vrijgegeven Tijd na start voor Zero 10 seconden UG-substractie bij start Alarm-modus Trigger alarm: Alarmvertragingstijd 30 seconden LR-drempelwaarde 1E-4 mbar l/s Waarschuwingsgrens 100% Analoge uitgang kanaal 1...
Pagina 117
Reset naar ingestelde Inbegrepen in Parameter Ingestelde waarde waarden bij het parameterreek laden van de fabrieksinstelling Volume TwinFlow hoog vrijgegeven Schakeldrempel TwinFlow hoog 0,5mbar TwinFlow laag vrijgegeven Schakeldrempel TwinFlow laag 5 mbar Tegenstroom vrijgegeven Schakeldrempel tegenstroom 15 mbar Maximale evacuatietijd 30 minuten Beluchting met stop...
Pagina 119
- en gevaren buiten op de verpakking markeren! Niet eenduidig als "vrij van schadelijke stoffen" gedeclareerde producten worden met verplichte betaling van de kosten gedecontamineerd. Vul de contaminatieverklaring in voordat u een product naar Pfeiffer Vacuum stuurt. Een contaminatieverklaring vindt u onder: http://www.pfeiffer-vacuum.de/...
Pagina 120
Hiermee verklaren wij, dat de boven vermelde producten voldoen aan de Conformiteitsverklaring conform de vermelde EG- volgende bepalingen. richtlijnen Gevolmachtigde voor de samenstelling van de technische documentatie is de Heer Andreas Schopphoff, Pfeiffer Vacuum GmbH, Berliner Str. 43, 35614 Asslar. • Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) •...
Pagina 124
Leading. Dependable. Pfeiffer Vacuum stands for innovative and custom vacuum Customer Friendly. solutions worldwide. For German engineering art, competent advice and reliable services. Ever since the invention of the turbopump, we´ve been setting standards in our industry. And this claim to leadership will continue to drive us in the future.