3.4
Testgassen
22
Bij de modus met de snuffelsonde wordt een constante gasstroom uit de
buitenlucht aangezogen. Het heliumaandeel in de lucht (5,2 ppm) leidt tot een
uitstroomsnelheid van ca. 1×10
kan worden.
Om het lek te detecteren, wordt de snuffelsonde aangebracht op eventuele lekken
in het testitem, dat onder helium-overdruk staat. Een verhoogde
uitstroomsnelheidswaarde wijst op een verhoogde helium-concentratie en
daarmee op een lek. Des te hoger de druk en de helium-concentratie in het testitem,
des te kleiner zijn de lekken die gedetecteerd kunnen worden.
De volgende gevoeligheidsfases
Tegenstroom ⇒ Twin-Flow™ laag
worden doorlopen.
De detectiegevoeligheid en de kwantificeerbaarheid van de uitstroomsnelheid zijn
ongunstiger dan bij de onderdruk-lekdetectie.
Uit economisch oogpunt en vanwege de detectiegevoeligheid wordt bij de
lekdetectie over het algemeen
bepaalde omstandigheden, bijv. bij een verhoogde
testitem, kan het zinvol zijn om te schakelen naar een ander testgas, zoals bijv.
(helium met massa 3) of H
lekdetector gedetecteerd worden.
Gevaar
Voorzichtig: Explosiegevaar
Een mengsel van waterstof en lucht is extreem ontvlambaar.
Bij gebruik van waterstof is uiterste voorzichtigheid geboden! Niet roken, geen
open vuur, vonkvorming vermijden.
Vanwege het hoge wateraandeel in typische restgassen is de achtergrond van de
uitstroomsnelheden bij de meting van waterstof niet echt hoog.
-7
(in het bereik van 10
Om het lek te detecteren, kan het testgas verdund worden met een neutraal gas,
zoals bijv. stikstof of argon. Daardoor wordt voornamelijk bij grote lekken de
verontreiniging van de omgeving en een eventuele verhoging van de
signaalachtergrond verkleind. Het leksignaal wordt dan natuurlijk overeenkomstig
de testgasconcentratie verlaagd.
-6
mbar l/s, die door de ZERO-functie geëlimineerd
4
He (helium met massa 4) als testgas ingezet. In
(waterstof, massa 2). Ook deze gassen kunnen met de
2
mbar l/s).
4
He-concentratie bij het
3
He