3.2
Detectieprincipes
Tegenstroom
Twin-Flow™
3.3
Lekdetectiemethodes
Vacuümmethode
Snuffelmethode
Het testitem staat via ventiel V2 in verbinding met de voorvacuümpomp. Bij een druk
*)
p2 ≤ 15 mbar
wordt ventiel V1 naar de turbopomp geopend. Helium kan tegen de
pomprichting in door de beide deelpompen A en B de heliumsensor bereiken. Door het
massa-afhankelijke compressievermogen van de beide deelpompen worden zware
gassen tegengehouden. Het heliumaandeel dat doordringt tot de heliumsensor is
afhankelijk van het zuigvermogen van de voorvacuümpomp en de compressie van de
beide deelpompen.
De gasstroom van het testitem komt binnen via de testaansluiting.
Twin-Flow™ laag: Bij druk p2 < 5 mbar
Twin-Flow™ hoog: Bij druk p2 < 0,5 mbar
De gasstroom wordt door de deelpomp B naar de voorvacuümpomp geleid en de
testaansluiting wordt hoogvacuüm gepompt. Het zuigvermogen van deelpomp B
bedraagt ca. 40 l/s. Alleen deelpomp A werkt in tegenstroom en laat door het
massa-afhankelijke compressievermogen lichte gassen zoals waterstof en helium
tot de heliumsensor doordringen.
Bij lekdetectie d.m.v. SmartTest wordt het testgas gedetecteerd dat op plekken
waar een lek zit het testitem binnendringt of verlaat.
Doordat er gas door een lek stroomt, moet er een drukverschil zijn tussen de inhoud
van het testitem en de omgeving. Daarom wordt er in het testitem overdruk of
onderdruk gecreëerd.
Bij de vacuümmethode wordt testgas aan de buitenkant tegen de wand van het
geëvacueerde testitem geblazen. Op plaatsen waar een lek zit, dringt het door in het
testitem en wordt het naar de lekdetector geleid.
Het testitem moet een vaste onderdruk hebben.
De volgende gevoeligheidsfases
Tegenstroom ⇒ Twin-Flow™ laag ⇒ Twin-Flow™ hoog
worden doorlopen.
De detectiegrens ligt lager dan bij de snuffelmethode. Voor de kwantificering van
het lek moet de heliumconcentratie bij het lek bekend zijn. Bovendien moet
rekening worden gehouden met de evenwichtstoestand.
* Fabrieksinstellingen. Andere ventielinstellingen zie hoofdstuk
Bij de snuffelmethode wordt het testgas gedetecteerd dat via lekken in het testitem
in de buitenlucht terechtkomt.
Het testitem moet bestand zijn tegen de toegepaste testdruk.
*)
zijn V1 en V3 open
*)
zijn V1 en V4 open
6.4.4.6.4
21