Fotografeertips
Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt
maken, raadpleegt u de volgende informatie.
Scherpstellen
"Scherpstellen op het onderwerp"
●
Een foto maken van een onderwerp dat niet
in het midden van het scherm staat.
Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat zich
op dezelfde afstand als het onderwerp bevindt,
kadreert u de opname en maakt u de foto.
Druk de ontspanknop half in (blz. 14)
●
Zet [AF MODE] (blz. ) op [iESP].
●
Een foto maken van onderwerpen waarop
moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld.
In de volgende gevallen stelt u scherp op een
object (door de ontspanknop half in te drukken)
met hoog contrast op dezelfde afstand van het
onderwerp, waarna u de foto kadreert en de
opname maakt.
Als zeer heldere onderwerpen
in het midden van het
Object zonder verticale lijnen
U kunt de opname ook kadreren door de camera
*1
verticaal te houden om scherp te stellen, waarna
u terugkeert naar de horizontale positie om de foto
te nemen.
verschillende afstand
Snel bewegend onderwerp
44 NL
Onderwerpen met
weinig contrast
scherm staan
*1
Objecten op
Het onderwerp staat niet in het
midden van het beeld
Cameratrilling
"Foto's nemen zonder cameratrilling"
*1
De CCD
verschuift ter compensatie van de
cameratrilling, zelfs als de ISO-gevoeligheid niet
werd verhoogd. Deze functie is ook interessant als
u foto's wenst te nemen bij een sterk vergrotende
zoominstelling.
*1
Een apparaat dat licht opvangt via de
cameralens en omzet in elektrische signalen.
●
Selecteer j (SPORT) in de stand s (blz. 1)
De stand j (SPORT) werkt met een korte
sluitertijd en kan de cameraonscherpte van
een bewegend onderwerp verminderen.
●
Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid.
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert, kunt
u foto's nemen met een hoge sluitertijd, zelfs op
plaatsen waar u geen flitser mag gebruiken.
[ISO] (blz. 24)
Belichting (helderheid)
"Beelden maken met de juiste
helderheid"
●
Fotograferen met [FACE DETECT] (blz. ) AF
De juiste belichting wordt verkregen voor een
gezicht dat zich in tegenlicht bevindt, en het
gezicht wordt opgehelderd.
●
Beelden nemen met [FILL IN] (blz. 19) flitser
Een onderwerp dat zich in tegenlicht bevindt,
wordt opgehelderd.
●
Foto's maken met belichtingscorrectie (blz. 0)
Regel de helderheid bij terwijl u het scherm bekijkt
om de foto te maken. Als u foto's maakt van witte
onderwerpen (bijv. sneeuw), zijn de beelden
meestal donkerder dan het eigenlijke onderwerp.
Gebruik de knop F om in de positieve (�) richting
bij te regelen, zodat de witte tinten overeenkomen
met de realiteit. Als u foto's neemt van zwarte
onderwerpen, regelt u bij in de negatieve (-)
richting.