Helderheid aanpassen
(belichtingscorrectie)
De standaardhelderheid (juiste belichting) die
door de camera wordt ingesteld op basis van
de fotostand (behalve voor G) kan helderder
of donkerder worden ingesteld om een bepaald
effect te verkrijgen.
1
Druk op de knop F.
2
Gebruik klmn om de gewenste
helderheid te selecteren, en druk op
de knop B.
0 NL
EXPOSURE COMP.
0.0
+0.3
+0.7
+1.0
Belichtingscorrectiewaarde
Close-up opnamen maken
(stand Macro)
Met deze functie kan de camera scherpstellen
op onderwerpen die zich zeer dichtbij bevinden.
1
Druk op de knop &.
P
2
Gebruik mn om de optie te
selecteren en druk op de knop B
om in te stellen.
Optie
OFF
Stand Macro is gedeactiveerd.
Hiermee kunt u fotograferen op
MACRO
een afstand van 10 cm
tot uw onderwerp.
Hiermee kunt u fotograferen
SUPER MACRO
op een afstand van 3 cm tot
*3
uw onderwerp.
Als de zoom in de uiterste groothoekstand staat (W).
*1
Als de zoom in de uiterste telestand staat (T).
*2
De zoom wordt automatisch vast ingesteld.
*3
De flitser (blz. 19) en de zoom (blz. 19)
kunnen niet worden ingesteld tijdens
opnamen met supermacro.
OFF
SET
OK
OK
OFF
%
&
OFF
Beschrijving
(60 cm
)
*1
*2