Menu's voor weergave-, bewerkings-
en printfuncties
De instellingen kunnen worden gewijzigd terwijl een beeld wordt weergegeven.
Beelden automatisch afspelen
[G SLIDESHOW]
G SLIDESHOW
Een diashow starten
Als u op de knop B drukt, start de diashow.
Om de diashow te stoppen, drukt u op de
knop B of op de knop .
Beelden retoucheren [H PERFECT FIX]
H PERFECT FIX
Bewerkte of geretoucheerde beelden kunnen
niet nogmaals worden geretoucheerd.
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat
het bewerken niet efficiënt verloopt.
Het retoucheren kan de beeldresolutie
verlagen.
Submenu 1
ALL
LIGHTING FIX
REDEYE FIX
1 Gebruik kl om een correctiemethode
te selecteren en druk op de knop B.
2 Gebruik mn om een beeld te selecteren
dat u wenst te retoucheren, en druk op
de knop B.
●
Het geretoucheerde beeld wordt opgeslagen
als een nieuw beeld.
NL
Toepassing
[LIGHTING FIX] en [REDEYE FIX]
worden samen toegepast.
Enkel delen die donkerder worden
wegens tegenlicht of zwak licht,
worden opgehelderd.
Ogen die rood worden door de
flitser, worden gecorrigeerd.
De resolutie wijzigen [Q]
I EDIT Q
Submenu
Hiermee kunt u een beeld van
C 640 × 480
hoge resolutie opslaan als een
nieuw beeld met een kleinere
resolutie, zodat u het kunt
E 320 × 240
gebruiken in e-mailbijlagen
en andere toepassingen.
Uitsnede [P]
I EDIT P
1 Gebruik mn om een beeld te selecteren,
en druk op de knop B.
2 Gebruik de zoomknoppen om de
grootte van het uitsnijkader te bepalen,
en gebruik klmn om het kader
te verplaatsen.
Uitsnijkader
3 Druk op de knop B.
●
Het bewerkte beeld wordt opgeslagen als een
nieuw beeld.
Toepassing
SET
OK
W
T