WAARSCHUWING
Probeer een krom mes niet te richten, en las nooit
aan een gebroken of gescheurd mes. Gebruik altijd
een nieuw mes zodat de veiligheid van het produkt
gewaarborgd blijft.
1.
Haal de maai-eenheid op in de hoogste positie, zet de
motor af en schakel de parkeerrem in.
2.
Verwijder de splitpennen en borgpinnen waarmee de
maaihoogte-beugels aan de achterkant van de maaiers
bevestigd zijn.
3.
Draai de voorkant van de maaier omhoog en steek de
borgpin in het gat aan de voorkant (onderhoudspositie)
in de koppelplaat.
4.
Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of
dikke gevoerde handschoen. Verwijder de mesbout, dop
en het mes van de as.
5.
Installeer het mes met de opstaande rand (omhoog)
richting maai-eenheid, en daarna de dop en de mesbout.
Haal de mesbout aan met een moment van 115–149
Nm.
HET INSPECTEREN EN SCHERPEN
VAN HET MES
1.
Haal de maai-eenheid op in de hoogste positie, zet de
motor af en activeer de parkeerrem.
2.
Verwijder de splitpennen en borgpinnen waarmee de
maaihoogte-beugels aan de achterkant van de maaier
bevestigd zijn.
3.
Draai de voorkant van de maaier omhoog en steek de
borgpin in het gat aan de voorkant (onderhoudspositie)
in de koppelplaat.
4.
Controleer de snijranden van het mes zorgvuldig,
vooral waar de platte en gekromde delen in elkaar
overgaan (Afb. 19-A). Omdat zand en schurend
materiaal het metaal in de overgang van plat naar krom
kan doen wegslijten, moet het mes gecontroleerd
worden voordat de machine gebruikt wordt. Indien er
tekenen van slijtage merkbaar zijn (Afb. 19-B), moet
het mes vervangen worden: zie Het verwijderen van het
mes.
20
(Afb. 19–20)
Afbeelding 18
1.
Mesbout
2.
Dop
Afbeelding 19
1.
Opstaande rand
2.
Slijtage
3.
Gleufvorming
1
Afbeelding 20
1.
Uitsluitend deze kant scherpen
2.
Detail uiteinde mes
2