3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15 m·kgf, 108 ft·lbf)
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Aandrijfketting reinigen en sme-
ren
De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
LET OP
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-
bieden is gereden.
1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng geen motorolie
of andere smeermiddelen aan op de
6-29
DAU23026
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
DCA10584
[DCA11112]
6