Switch 4:
Wanneer er een commando wordt gegeven, wordt eerst het knipperlicht geactiveerd en start na 5 seconden (2 seconden indien ingesteld op
de "Handmatige" modus) de manoeuvre.
Switch 5:
Met deze functie, indien ingesteld op de "Automatische" modus, kan de vleugel van het hek alleen open worden gehouden gedurende de tijd
die nodig is om voertuigen of personen door te laten; na activering van de veiligheidsinrichtingen "Foto" stopt de manoeuvre en na 5 seconden
begint automatisch een sluitmanoeuvre.
Als deze functie echter ingesteld is op de "Semi-automatische" modus, dan wordt als de veiligheidsinrichtingen "Foto" geactiveerd worden
tijdens de sluitmanoeuvre, een automatische sluitmanoeuvre geactiveerd met de duur van de geprogrammeerde "Stilstandtijd".
Switch 6:
Gewoonlijk is de veiligheidsfunctie "Foto" alleen actief voor de sluitmanoeuvre. Als microschakelaar 6 wordt ingesteld op "ON", dan veroorzaakt
activering van de veiligheidsinrichting een onderbreking van de manoeuvre, ook tijdens het openen. Als de automatisering is ingesteld op de
werkingsmodus "Semi-automatisch" of "Automatisch", dan begint het hervatten van de openingsmanoeuvre onmiddellijk na de deactivering
van de veiligheidsinrichtingen.
Switch 7
Door deze functie in te stellen vindt het begin van de manoeuvre op een geleidelijke manier plaats; op die manier kunnen ongewenste schokken
van de automatisering vermeden worden.
Switch 8:
De vertraging bestaat uit een vermindering van de snelheid met 30% ten opzichte van de nominale snelheid. Hierdoor wordt de kracht waar-
mee de vleugel van het hek aankomt aan het eind van een manoeuvre beperkt.
Wanneer deze functie geactiveerd wordt, moet de "Werkingstijd (TL)" worden afgesteld, omdat het begin van de vertragingsfase gekoppeld is aan de in-
gestelde werkingstijd. Daarom moet de TL zodanig worden ingesteld, dat de vertragingsfase ongeveer 50-70 cm voor de activering van de eindaanslag
begint. De vertragingsfunctie vermindert niet alleen de snelheid van de automatisering, maar verlaagt tevens het motorkoppel met 70%. LET OP – Bij
automatiseringen waarbij een hoge waarde voor het motorkoppel vereist is, kan deze vertragingsfunctie ervoor zorgen dat de motor onmiddellijk stopt.
Switch 9:
Door deze functie in te stellen wordt aan het einde van een manoeuvre een remprocedure bij de motor uitgevoerd; aanvankelijk gematigd,
daarna sterker, zodat de vleugel van het hek snel gesloten wordt zonder schokken te veroorzaken.
Switch 10:
Niet in gebruik.
7.3 - Ingebouwde radiosignaalontvanger
Voor de bediening op afstand heeft de besturingseenheid een ingebouwde radiosignaalontvanger met frequentie 433,92 MHz, die compatibel
is met code FLO, FLOR, OPERA, HCS SMILO.
Aangezien de codes verschillend zijn, bepaalt de eerste opgeslagen zender het type van de daarna opgeslagen zenders.
• Om de familie van codes te wijzigen, moet u de procedure "Volledig wissen van het geheugen van de ontvanger" - paragraaf 8.3 uitvoeren.
• Om te controleren of er al zenders zijn opgeslagen in de ontvanger, en welke familie van codes, gaat u als volgt te werk:
OFF
01.
op de besturingseenheid
ON
02.
op de besturingseenheid
tel het aantal keren dat de led van de ontvanger groen knip-
03.
pert, en controleer dit aan de hand van tabel 7
7.3.1 - Opslag van de radiozenders
Elke zender wordt herkend door de radiosignaalontvanger door een andere "code" voor elke zender. De opslag is beschikbaar in twee modi:
Modus 1 en modus 2.
• Modus 1:
automatisch de commando"s in tabel 8 toewijzen aan de
toetsen van de zender.
Voor elke zender wordt één fase uitgevoerd en worden alle toetsen in het
geheugen opgeslagen; het maakt niet uit op welke toets wordt gedrukt.
(In het geheugen wordt één plaats ingenomen voor elke opgeslagen toets)
Opmerking: met opslag in "Modus 1" kan een zender één automati-
sering besturen.
Opslagprocedure Modus 1
01.
02.
x 4s
TOETS RADIO
LED EN TOETS RADIO
03.
↕
binnen 10s
GEWENSTE TOETS ZENDER
Knipperen
Code
1
Flo
2
O-Code / FloR / TTS
3
Smilo
4
geen enkele zender aanwezig
Toets zender
Commando
1
Stap-voor-stap
2
STOP
3
Openen
4
Sluiten
Opmerking: zenders met één kanaal hebben alleen toets 1; zenders
met twee kanalen hebben toets 1 en 2
04.
x 3s
Tabel 7
Tabel 8
LED RADIO
Nederlands – 15