Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in of uit versnelling terwijl de motor stationair draait. Als u schakelt bij
een hoger motortoerental dan stationair, kan het onderwaterhuis beschadigd raken.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de boot sneller dan 6 km per uur vaart. Als u bij
een hogere vaarsnelheid in achteruit schakelt, kan de motor afslaan, wat er soms toe leidt dat er water
in de cilinders wordt gezogen: dat veroorzaakt ernstige motorschade.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de motor niet draait. Anders kunnen de
schakelverbindingen beschadigd raken.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R).
•
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental tot stationair voordat u schakelt.
a
b
c
•
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gashendel (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
De motor afzetten
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Draai de contactsleutel naar de stand UIT.
BEDIENING
a -
(R) Achteruit
b -
(N) Neutraal
c -
(F) Vooruit
28595
N
F
R
27237
OFF
26843
52
nld