7.
Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van
de waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet de motor dan af en controleer
of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of
dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor
door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl deze oververhit is, kan de motor ernstige schade
oplopen.
MOTOR OPWARMEN
Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Motor starten - Modellen met stuurknuppel
Lees voordat u de motor start de Controlelijst vóór het starten, de Instructies vóór het starten en de Procedure
voor het inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen
ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
NB: Als de brandstoftank van de buitenboordmotor helemaal leeg is geweest of als de motor lang in opslag is
geweest, slaat de motor pas na herhaalde startpogingen aan omdat het brandstofsysteem ontlucht moet
worden.
1.
Open de ontluchtingsschroef van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
nld
BEDIENING
KENNISGEVING
19748
49
9647