Enveloppen
Opmerking
U kunt enveloppen alleen bedrukken vanuit Lade 1. Stel het formaat voor de lade in op
het specifieke envelopformaat. Zie
Neem bij het afdrukken op enveloppen het volgende in acht om afdrukproblemen en
papierstoringen te voorkomen.
•
•
•
•
•
•
•
Opmerking
In een vochtige omgeving moeten enveloppen met de lange zijde naar de printer gericht
worden afgedrukt. Dit voorkomt dat de enveloppen tijdens het afdrukken worden dichtgeplakt.
Enveloppen moeten met de afdrukkant naar beneden en met de lange zijde naar de printer
worden geplaatst voor afdrukken langs de lange zijde. Zie
Lade 1
Etiketten
Opmerking
Voor het afdrukken van etiketten stelt u in het bedieningspaneel van de printer de
soort afdrukmateriaal van de lade in op ETIKETTEN. Zie
Neem bij het afdrukken op etiketten het volgende in acht:
•
•
•
•
•
Zwaar papier
•
•
•
76
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
Plaats niet meer dan 20 enveloppen tegelijk in Lade 1.
Het gewicht van de enveloppen mag niet hoger zijn dan 105 g/m
Enveloppen moeten plat zijn.
Gebruik geen vensterenveloppen of enveloppen met sluithaakjes.
Enveloppen mogen niet verkreukeld, geknikt of gevouwen of anderszins beschadigd zijn.
Zelfklevende enveloppen moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en
de druk van het smeltproces van de printer.
De enveloppen moeten worden geplaatst met de afdrukkant naar beneden, de bovenkant
van de envelop naar links en de korte zijde naar de printer gericht.
als u de afdrukstand van de printer voor enveloppen wilt wijzigen.
Ga na of de kleeflaag op de etiketten bestand is tegen een temperatuur van 190 C
gedurende 0,1 seconde.
Zorg ervoor dat de kleeflaag tussen de etiketten nergens blootligt. Op plaatsen waar de
kleeflaag blootligt, kunnen de etiketten loslaten, waardoor de printer kan vastlopen. Een
blootliggende kleeflaag kan ook onderdelen van de printer beschadigen.
Laad een vel etiketten niet meer dan een keer in de printer.
Zorg ervoor dat de etiketten goed vlak liggen.
Gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere beschadigingen.
De laden kunnen zwaar materiaal verwerken tot 163 g/m
Wanneer u op zwaar papier afdrukt, kunt u het beste het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om de soort afdrukmateriaal voor de lade in te stellen op ZWAAR
(106 g/m
2
tot 163 g/m
2
Gebruik alleen kaarten in Lade 1 (163 g/m
Enveloppen afdrukken vanuit Lade
).
2
tot 200 g/m
1.
2
(28 lb bankpostpapier).
Enveloppen afdrukken vanuit
Invoerladen
configureren.
2
(47 lb bankpostpapier).
2
).
NL_WW