Probleem
De printer staat aan maar er
wordt niets afgedrukt
180
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Oorzaak
Het Klaar-lampje van de printer
brandt niet.
De bovenklep is niet goed
gesloten.
Het Gegevens-lampje knippert.
VERVANG <KLEUR>
CARTRIDGE verschijnt op
het uitleesvenster van de
printer.
Een ander printerbericht
dan Klaar verschijnt op het
bedieningspaneel van de
printer.
Wellicht is er een DOS-time-out
voor de parallelle poort
opgetreden.
De PS-personality
(PostScript-emulatie) is niet
geselecteerd.
In uw programma of printerdriver
is niet de juiste printerdriver
geselecteerd.
De printer is niet goed
geconfigureerd.
De computerpoort is niet
geconfigureerd of werkt niet
goed.
De printer heeft een verkeerde
naam gekregen voor
het netwerk of voor een
Macintosh-computer.
Oplossing
Druk op
P
/H
AUZE
ERVATTEN
de printer naar de stand Klaar
te laten terugkeren.
Sluit de bovenklep stevig.
De printer ontvangt
waarschijnlijk nog gegevens.
Wacht tot het Gegevens-lampje
niet meer knippert.
Vervang de inktpatroon die
op het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Berichten van het
Zie
bedieningspaneel
.
Voeg de opdracht MODE
toe aan het bestand
AUTOEXEC.BAT. Raadpleeg
de handleiding van DOS voor
verdere informatie.
Selecteer PS of AUTO
als de printertaal. Zie
Configuratie-instellingen
van het bedieningspaneel
veranderen
.
Selecteer in het programma
of in de printerdriver voor
deze printer de driver voor
PostScript-emulatie.
Configuratie-instellingen
Zie
van het bedieningspaneel
veranderen
.
Sluit een ander randapparaat
aan op deze poort om te
controleren of de poort goed
werkt.
Gebruik het juiste
hulpprogramma om de
printer een naam te
geven in het netwerk. Bij
Macintosh-computers geeft u de
printer vanuit het menu Kiezer
een naam.
NL_WW
om