Temperatuur
Aanwijzing
De temperatuurparameters hebben betrekking op de temperatuurindicatie op de
onderste balk van het display.
In de "Basisinstellingen KNX" direct in het apparaat kan vastgelegd worden dat
de temperatuurwaarden in de onderste balk van het paneel weergegeven
worden.
Voor ruimtetemperatuurvoeler gebruiken
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of de ruimtetemperatuur door de interne sensor van het
apparaat of door een externe KNX-temperatuursensor wordt gemeten.
De externe sensor moet via een groepsadres worden toegewezen.
Offset voor temperatuurmeting [K]
■
Opties:
Met de parameter wordt de temperatuur in de eenheid °C (Celsius) of °F (Fahrenheit)
weergegeven.
Interne sensortemperatuur verzenden
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of en wanneer de temperatuurwaarde van de interne
sensor wordt doorgestuurd naar andere apparaten.
Cyclustijd voor automatisch verzenden van interne sensortemperatuur [sec.]
■
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd met welke tussenpozen de temperatuurwaarde van de
interne sensor wordt doorgestuurd naar andere apparaten.
Producthandboek 2CKA001373B5022
Inbedrijfname van de KNX-functie via DCA (vanaf ETS5)
Interne sensor
Externe sensor
Instelmogelijkheid -12,8 ... +12,7 K
Niet verzenden
Bij verandering
Cyclisch
Bij verandering en cyclisch
Instelmogelijkheid 5 ... 3600 sec
Basisinstellingen voor het paneel configureren
│25