2.11.5
Ingang voor temperatuurdetectie
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of de temperatuur door een interne of externe
temperatuursensor moet worden gemeten.
–
Interne meting: De volgende aanvullende parameters zijn beschikbaar:
Cyclisch verzenden van actuele temperatuur [min.]:
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld in welke tijdsintervallen de door het apparaat gebruikte
actuele temperatuur naar de bus wordt verzonden.
Waardeverschil bij verzenden van actuele temperatuur [x 0,1°C]:
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld vanaf welk temperatuurverschil de actuele temperatuur
wordt verzonden. Het temperatuurverschil wordt berekend aan de hand van de gemeten en
de laatst verzonden actuele temperatuur.
Vergelijkingswaarde voor interne temperatuurmeting [x 0,1°C]:
Opties:
Iedere inbouwlocatie heeft andere natuurkundige voorwaarden bijvoorbeeld binnen- of
buitenmuur, lichtbouw- of massieve muur. Om ervoor te zorgen dat het apparaat een
correcte temperatuur aangeeft, meet u de actuele temperatuur op de inbouwlocatie met een
gekalibreerde en/of geijkte thermometer. Met de parameter wordt het verschil tussen
thermometer en de op het apparaat aangegeven werkelijke temperatuur als
vergelijkingswaarde vastgelegd.
–
Externe meting: Geen extra parameters beschikbaar.
2.11.6
Werkelijke temperatuur weergeven
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd of de huidige temperatuur wordt weergegeven.
Producthandboek 2CKA001373B5022
Parameters voor bedieningselementen en toepassingen
Interne meting
Externe meting
Instelmogelijkheid van 5 ... 240
Instelmogelijkheid van 1 ... 100
Instelmogelijkheid van -127 ... +127
Opmerking
Om onjuiste metingen te voorkomen de vergelijkingsmeting pas uitvoeren
als het apparaat zich aan de omgevingstemperatuur heeft aangepast.
Aanbevolen wordt om de vergelijkingsmeting kort voor of na inrichting van
de ruimte te herhalen.
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Bedieningselement 'RTR bedieningselement'
│102