1.1.4
Netwerkinstellingen
Om de KNX IP-interface te gebruiken, moeten de netwerkinstellingen gewijzigd worden.
Daarvoor voert u het IP-adres van de KNX IP-interface in de IP touch in.
KNX IP-interfaces moeten altijd een vast IP-adres hebben. Dit kan een statisch adres of een
■
vast DHCP-adres zijn.
De gebruikte IP touch moet in hetzelfde IP-adresbereik liggen als de KNX IP-interface.
■
Aanwijzing
Bij gebruik van een router of level-3-switch is geen aparte poortvrijgave nodig.
Als VLAN gebruikt wordt op een router of een level-3-switch, zorg er dan voor
dat IP touch en IPS/S zich in een gemeenschappelijk VLAN bevinden.
1.1.5
Installatie van de IP touch ETS-app
Voor de samenstelling van de bedieningselementen, de eerste configuratie van de IP touch en
voor het weergeven van de inbedrijfnametool DCA moet een speciale app worden
geïnstalleerd.
Daarom na kan deze app in de ETS met een extra tabblad (DCA) worden opgeroepen.
Daarvoor moet voor de installatie de doelcomputer en gelicentieerde versie van de ETS
Professional-software geïnstalleerd zijn. Vereist is minimaal versie ETS5.
Aanwijzing
■
■
■
Producthandboek 2CKA001373B5022
Inbedrijfname van de KNX-functie via DCA (vanaf ETS5)
De app voor ETS5 kan via de elektronische catalogus worden gedownload
(www.busch-jaeger-catalogus.nl).
De app voor ETS5 kan ook direct op de homepage van de KNX-organisatie
worden gedownload (https://knx.org).
De inbegrepen apps worden op de startpagina van de ETS met "App"
(rechtsonder) opgeroepen.
Integratie in het KNX-systeem (ETS)
│14