Opmerking
Voor de astrofunctie moeten de correcte coördinaten van de apparaatlocatie
ingesteld zijn.
–
7. Op 'maken' tikken.
–
Het tijdprogramma is dan opgenomen in de tijdprogrammalijst en kan daar worden
bewerkt.
8. Daarna op OK tikken.
–
Naast het bedieningselement verschijnt een tijdprogramma-symbool met een cijfer
(aantal gemaakte tijdprogramma's met dit bedieningselement).
Opmerking
Hiervoor moet op de bedieningspagina echter op het pen-symbool worden
getikt.
Tijdprogramma's bewerken
1. Op het pen-symbool tikken.
2. Daarna in de lijst op de pijl naast het tijdprogramma tikken dat moet worden bewerkt.
3. De bewerkingsweergave voor het tijdprogramma wordt geopend.
Afb. 25:
Bewerkingsweergave tijdprogramma
Bewerkingsopties:
Aanpassing van de functie (bijvoorbeeld in- of uitschakelen).
■
–
Pijl voor selecteren gebruiken
Tijden aanpassen
■
–
Op weekdag tikken. Daarna verschijnt de timer-instelling opnieuw.
Uitvoering bepalen (altijd; op vakantie; niet op vakantie).
■
–
Pijl voor selecteren gebruiken
De-/activering van het tijdprogramma.
■
–
Schuifregelaar gebruiken
–
De aanpassingen zijn meteen actief.
Producthandboek 2CKA001373B5022
Dit gebeurt in de systeeminstellingen van de inbedrijfnametool.
Bediening
│224