Fout code
No.
OLED fout code
22
Cooling Fan Fault
23
Ambient Temperature
High
24
Exceed max torque
25
Output torque too low
26
Drive Output Fault
29
Internal STO circuit
Error
40
Autotune fail 1
41
Autotune fail 2
42
Autotune fail 3
43
Autotune fail 4
44
Autotune fail 5
48
Feedback Pressure Low
49
Output Phase Loss
50
Modbus Comms fault
52
Option Module Fault
53
IO Card Comms fault
54
BACnet Comms fault
74
Optidrive HVAC gebruikershandleiding V2.00
Omschrijving
Interne koelventilator fout
De omgevingstemperatuur is
te hoog.
Te hoog koppel
(overbelasting)
Te laag koppel
(onderbelasting)
Fout aan de uitgangstrap
Neem contact op met de lokale Invertek leverancier.
Autotune mislukt
Te lage gemeten waarde van
de PID-regeling (Pijpbreuk
gedetecteerd)
Verlies van uitgangsfase
Communicatiefout Modbus
Communicatiefout optiekaart
Communicatiefout I/O kaart
Communicatiefout BACnet
82-HVMAN-IN_V2.00
www.invertekdrives.com
Oplossing en eventuele oorzaak
Controleer en vervang eventueel de interne koelventilator.
De gemeten omgevingstemperatuur is boven de opgegeven specificaties.
Controleer of de interne koelventilator draait.
Controleer of er voldoende vrije ruimte rond de regelaar is (zie hoofdstuk
3.4 t/m 3.8) en of de luchtflow voldoende en langs de regelaar is.
Reduceer de effectieve schakelfrequentie m.b.v. P2-24.
Reduceer de belasting op de motor.
De belastingsmonitor heeft een overbelastingssituatie gedetecteerd.
Controleer of de aandrijving mechanisch niet zwaar loopt of geblokkeerd is.
Controleer op pompblokkade bij pomptoepassingen.
Controleer of er niets mis is met de luchtstroom bij ventilatortoepassingen.
De belastingsmonitor heeft een onderbelastingssituatie gedetecteerd.
Controleer op het drooglopen van de pomp bij pomptoepassingen.
Controleer of de aandrijfsnaar is gebroken bij ventilatortoepassingen.
Neem contact op met de lokale Invertek leverancier.
De gemeten statorweerstand varieert tussen de verschillende fasen.
Controleer of de motor correct is aangesloten.
Controleer of de motor goed is. Controleer de statorweerstand.
De gemeten statorweerstand is te groot. Controleer of de motor correct is
aangesloten. Controleer of de juiste motorgegevens zijn ingesteld.
De gemeten statorweerstand is te klein. Controleer of de motor correct is
aangesloten. Controleer of de juiste motorgegevens zijn ingesteld.
De gemeten statorinductie is te groot. Controleer of de motor correct is
aangesloten. Controleer of de juiste motorgegevens zijn ingesteld.
De gemeten motorgegevens kloppen niet met elkaar. Controleer of de
motor correct is aangesloten. Controleer of de juiste motorgegevens zijn
ingesteld.
Controleer het pompsysteem op lekkages of gesprongen leidingen.
Controleer of de pijpbreukdetectie functie correct is ingesteld. (P3-16 & P3-
17)
Een van de uitgangsfasen van de frequentieregelaar is weggevallen.
Modbus communicatie time-out. Controleer de bekabeling en connectoren.
Interne communicatiefout tussen de optiekaart en de frequentieregelaar.
Controleer of de optiekaart correct is geplaatst.
Interne communicatiefout tussen de I/O optiekaart en de
frequentieregelaar. Controleer of de optiekaart correct is geplaatst.
BACnet communicatie time-out. Controleer de bekabeling en connectoren.