Par
Parameter Naam
P8-14
Activering pomp cascade regeling
0 = Uitgeschakeld
1 = Pomp cascade regeling d.m.v. DOL relais (maximaal 4 pompen)
2 = Pomp cascade regeling d.m.v. bijschakelen frequentieregelaars (Alleen actief wanneer P5-01 = 1 => freq. = Master)
P8-15
Aantal cascade slave pompen
Parameter is actief wanneer P8-14 op 1 of 2 is ingesteld. Met parameter P8-15 stel je het aantal DOL slave pompen (P8-14 = 1) of
het aantal frequentie geregelde slave pompen (P8-14 = 2) in. Een waarde 0 schakelt de pomp cascade regeling uit.
P8-16
Overschakeltijd automatisch wisselen pompen
Om de belasting en de slijtage van de pompen bij gebruik van de cascade regeling te balanceren kan er d.m.v. parameter P8-16
een overschakeltijd worden ingesteld. Het verschil in draaitijd (duty run) zal nooit groter zijn dan de ingestelde waarde van P8-16.
Bij een waarde 0 is het automatisch omschakelen (balanceren van de belasting) uitgeschakeld.
P8-17
Slave pomp start frequentie/snelheid
Start frequentie/snelheid voor het bijschakelen van een pomp. Wanneer de actuele frequentie/snelheid boven deze grens komt
wordt de volgende pomp bijgeschakeld. Vervolgens zal de Master gedurende de pomp stabilisatie tijd (P8-19) geen pomp meer
bij- of afschakelen. De bijgeschakelde pomp zal altijd de pomp zijn met het laagste aantal draaiuren.
P8-18
Slave pomp stop frequentie/snelheid
Stop frequentie/snelheid voor het afschakelen van een pomp. Wanneer de actuele frequentie/snelheid boven deze grens komt
wordt een pomp afgeschakeld. Vervolgens zal de Master gedurende de pomp stabilisatie tijd (P8-19) geen pomp meer bij- of
afschakelen. De afgeschakelde pomp zal altijd de pomp zijn met het hoogste aantal draaiuren.
P8-19
Pomp stabilisatietijd
De pomp stabilisatietijd is een timer die wordt gestart na het bij- of afschakelen van een pomp. Gedurende de pomp stabilisatie
tijd (P8-19) kan er geen pomp meer bij- of afgeschakeld worden. Dit komt de stabiliteit van de cascade regeling ten goede.
P8-20
Reset draaiuren alle pompen
De Master frequentieregelaar houdt exact bij hoeveel draaiuren de master en de slave pompen maken. Met de parameter P0-19
kunnen de draaiuren van alle pompen worden bekeken. Met parameter P8-20 kunnen alle draaiuren worden gereset naar nul.
62
Optidrive HVAC gebruikershandleiding V2.00
www.invertekdrives.com
Minimaal
Maximaal
Standaard
0
2
1
4
0
1000
P8-18
P1-01
0
P8-17
10
600
0
1
Eenheid
0
-
1
-
0
Uren
0
Hz / RPM
0
Hz / RPM
10
Seconden
0
-