Par
Parameter Naam
P2-12
Analog Output 1 Format (Terminal 8)
= 0 to10V,
= 10 to 0V,
= 0 to 20mA
= 20to 0mA
= 4 to 20mA
= 20 to 4mA
P2-13
Functieselectie digitale/analoge uitgang 2 (klem 11)
Functieselectie digitale uitgang (klem 11). De uitgang stuurt +24V DC (max. 20 mA belasting) uit wanneer de voorwaarde waar
is.
0 : Regelaar in "RUN". De uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1: Regelaar "OK". De uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2 : Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3 : Motorsnelheid > 0.0. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter is dan 0,0 Hz/rpm.
4 : Motorsnelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorsnelheid groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
5 : Motorstroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorstroom groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
6 : Gereserveerd. Geen functie.
7 : Signaalniveau analoge ingang 2 >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer het signaalniveau van de analoge ingang 2 groter of
gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Functieselectie analoge uitgang 2 (signaalformaat instelbaar via P2-14)
8 : Uitgangsfrequentie (motorsnelheid). 0 t/m P1-01.
9 : Uitgangsstroom (motorstroom). 0 t/m 200% of P1-08.
10 : Gereserveerd. Geen functie.
11 : Uitgangsvermogen (Motorvermogen). 0 t/m 150% van het vermogen van de HVAC frequentieregelaar.
12 : PID uitgang. Uitgang van de PID-regeling (0-100%)
Opm:
Parameters P2-19 en P2-20 worden gebruikt als grenzen wanneer P2-13 op 4 t/m 7 wordt ingesteld. De uitgang wordt hoog
wanneer het geselecteerde signaal boven de ingestelde grens komt van parameter P2-19. De uitgang wordt weer laag wanneer
het geselecteerde signaal onder de grens komt van parameter P2-20.
P2-14
Formaat analoge uitgang 2 (klem 11)
= 0 t/m 10V.
= 10 t/m 0V.
= 0 t/m 20mA.
= 20 t/m 0mA.
= 4 t/m 20mA.
= 20 t/m 4mA.
P2-15
Functieselectie relaisuitgang 1 (klemmen 14, 15 & 16)
Bepaalt de functie van relaisuitgang 1. Relaisuitgang 1 heeft een NO en een NC contact. Wanneer de uitgang hoog is, is het NO
contact gesloten (klem 14 en 15) en het NC contact geopend (klem 14 en 16).
0 : Regelaar in "RUN". De uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1: Regelaar "OK". De uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2 : Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3 : Motorsnelheid > 0.0. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter is dan 0,0 Hz/rpm.
4 : Motorsnelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorsnelheid groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
5 : Motorstroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorstroom groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
6 : Gereserveerd. Geen functie.
7 : Signaalniveau analoge ingang 2 >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer het signaalniveau van de analoge ingang 2 groter of
gelijk is aan de ingestelde grenzen.
8 : Gereserveerd. Geen functie.
9 : "Fire Mode" Actief. Uitgang wordt hoog wanneer de "Fire Mode" geactiveerd is (de "Fire Mode" ingang is hoog).
10 : Onderhoud noodzakelijk. Uitgang wordt hoog wanneer de onderhoudstimer afloopt ten teken dat onderhoud noodzakelijk
is.
11 : Regelaar vrijgegeven. Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar in Auto-mode staat, er geen trips zijn en het noodstop circuit
OK is.
12 : Regelaar "fout". De uitgang wordt hoog wanneer de regelaar een fout geeft. Het display geeft de foutcode weer.
13 : Status STO ingangen. De uitgang wordt hoog wanneer beide STO ingangen hoog zijn en de regelaar "OK" is.
14 : PID fout >= grens. De uitgang wordt hoog wanneer de PID fout (verschil tussen setpoint en gemeten waarde) groter of gelijk
is aan de ingestelde grenzen.
Opm:
Parameters P2-16 en P2-17 worden gebruikt als grenzen voor P2-15. De uitgang wordt hoog wanneer het geselecteerde signaal
boven de ingestelde grens komt van parameter P2-16. De uitgang wordt weer laag wanneer het geselecteerde signaal onder de
grens komt van parameter P2-17.
P2-16
Bovengrens 1 (Analoge uitgang 1 / Relaisuitgang 1)
Instelbare bovengrens voor P2-11 en P2-15, zie P2-11 of P2-15 voor meer informatie.
P2-17
Ondergrens 1 (Analoge uitgang 1 / Relaisuitgang 1)
Instelbare ondergrens voor P2-11 en P2-15, zie P2-11 of P2-15 voor meer informatie.
Optidrive HVAC gebruikershandleiding V2.00
www.invertekdrives.com
Minimaal
Maximaal
Standaard
-
-
0
12
-
-
0
14
P2-17
200
100.0
0
P2-16
Eenheid
-
9
-
-
1
-
%
0.0
%
53