Overzicht voor een snelle inbedrijfname:
Stel de basisparameters P1-01 t/m P1-10 in. De energiebesparingsfunctie (P1-06) moet uitgeschakeld zijn.
Zet parameter P1-14= 101 om toegang te krijgen tot de uitgebreide parameters.
Stel in parametergroep 3 de PID parameters in.
Bij gebruik van uitgangsrelais 2 voor het schakelen van een van de slave pompen moet P2-18 op 8 worden ingesteld.
Activeer de pomp cascade regeling door parameter P8-14 op 1 in te stellen.
Geef het totaal aantal slave pompen op bij de parameter P8-15 (dit is exclusief de pomp die aan de HVAC regelaar is aangesloten).
Stel bij de volgende parameters de grenzen in om de slave pompen bij of af te schakelen :
o
P8-17: Slave pomp start frequentie/snelheid – grens voor het bijschakelen van een slave pomp
o
P8-18: Slave pomp stop frequentie/snelheid – grens voor het afschakelen van een slave pomp
Stel de pomp stabilisatietijd in bij parameter P8-19 (minimaal 10 s). De ingestelde tijd moet zodanig zijn dat het terugkoppelsignaal
(sensor) stabiel is als de tijd is afgelopen. Tijdens de stabilisatietijd worden er geen pompen bij- of afgeschakeld.
Wanneer het aantal draaiuren van de pompen gebalanceerd moet worden dan kan dit door de parameter P8-16 in te stellen. Het
verschil in draaitijd van de pompen (duty run) zal nooit groter zijn dan de ingestelde waarde van P8-16.
7.2. Pomp cascade regeling d.m.v. frequentieregelaars
Verkorte omschrijving:
De onderstaande afbeelding geeft weer hoe de Optidrive HVAC frequentieregelaars gebruikt kunnen worden in een complete
snelheidsgeregelde pomp cascade regeling. Alle pompen in deze configuratie zijn aangesloten op Optidrive HVAC frequentieregelaars en
worden frequentie/snelheid geregeld. De onderling communicatie en aansturing gebeurt via de RS485 communicatie.
De frequentieregelaars kunnen met behulp van RJ45 datakabels en RJ45 kabelsplitters aan elkaar verbonden worden (zie bovenstaande
afbeelding). De datakabels en splitters hebben de volgende typenummers:
Elke motor/pomp in deze configuratie wordt aangestuurd door een Optidrive HVAC frequentieregelaar (één regelaar per pomp). Alle
frequentieregelaars draaien in variabele snelheidsmode en worden via de communicatie bus voorzien van de gewenste snelheid. Eén
frequentieregelaar moet worden ingesteld als "netwerk Master". Bij de "netwerk Master wordt de PID-regeling geactiveerd. De gewenste
waarde (druk of flow) en de terugkoppeling (sensor) worden gekoppeld aan de "netwerk Master". De "netwerk Master" zorgt voor een
vrijgave/start en een snelheidsreferentie voor de slaves via het RS485 netwerk.
32
Optidrive HVAC gebruikershandleiding V2.00
Typenummer
Omschrijving
OPT-RJ45SP
RJ45 Splitter
OPT-J4505
RJ45 naar RJ45 RS485 datakabel, 0.5m
OPT-J4510
RJ45 naar RJ45 RS485 datakabel, 1m
OPT-J4530
RJ45 naar RJ45 RS485 datakabel, 3m
www.invertekdrives.com